Mensen met autisme socialer na hun dertigste door ontwikkeling spiegelsysteem in het brein

Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen van de KNAW (NIN-KNAW) hebben ontdekt dat het spiegelsysteem in het brein van mensen met de hersenaandoening autisme wel functioneert, maar zich langzamer ontwikkelt dan bij anderen. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Biological Psychiatry, Vol. 69 (9).

Spiegelneuronen helpen ons te begrijpen wat iemand voelt of denkt en wat een ander doet. Deze neuronen zijn actief als we iemands gezichtsuitdrukking zien of een ander een handeling zien uitvoeren zoals eten of sporten. In gedachten voeren we dezelfde handeling uit en door de spiegel in ons brein begrijpen we beter wat anderen doen.

Bij de meeste mensen is de activiteit van spiegelneuronen het grootst tijdens hun jeugd. Uit het onderzoek van Christian Keysers, verbonden aan het UMCG en het NIN, blijkt dat mensen met autisme juist een zwak ontwikkeld spiegelsysteem hebben wanneer ze jong zijn, maar dat de activiteit van spiegelneuronen toeneemt naarmate ze ouder worden. Rond hun dertigste functioneert het spiegelsysteem in het brein normaal en na deze leeftijd zelfs bijzonder goed. De toename van de activiteit van spiegelneuronen gaat hand in hand met de ontwikkeling van het sociaal functioneren van mensen met autisme; ze hebben meer vrienden en zijn sociaal actiever.

De bevindingen van Christian Keysers zijn van belang voor de ontwikkeling van nieuwe behandelmethodes voor autisme. ‘Tot nu toe werd door velen aangenomen dat mensen met autisme moeite hebben om zich in anderen te verplaatsen omdat hun spiegelsysteem niet functioneert. Nu blijkt dat het systeem niet kapot is, maar zich vertraagd ontwikkelt, kunnen we gaan onderzoeken hoe de activiteit van spiegelneuronen gestimuleerd kan worden.’

Plaats een reactie