Patiënten met een spastische arm als gevolg van halfzijdige hersenverlamming (cerebrale parese oftewel CP), kunnen beter worden geholpen als precies bekend is waar in de arm de behandeling moet beginnen.
De kennis van mechanica van de weefsels in de arm en interacties tussen botten, spieren en pezen is onvoldoende, blijkt uit het onderzoek van Marije de Bruin naar patiënten bij wie voor het eerste levensjaar CP wordt vastgesteld. Bij hen is de beweging van een van de armen verstoord.
Dit komt doordat het deel in de hersenen dat de spieren aanstuurt, beschadigd is. Hierdoor kunnen patiënten veel dagelijkse activiteiten niet of slechts met moeite uitvoeren. Het lijkt erop dat niet alleen het bewegingspatroon verandert, maar ook de structuren van het spierskelet-systeem (het samenspel tussen spieren en skelet). De combinatie van deze veranderingen maakt het moeilijk voor CP-patiënten om pols en elleboog te strekken of de onderarm te draaien.
De Bruin onderzocht welke veranderingen in het spierskelet-systeem bepalend zijn voor de typische bewegingsbeperkingen van de hand en arm bij CP. Kennis daarover helpt bij het vinden van (in de toekomst wellicht preventieve) behandelingen voor patiënten met CP.
Promotie: Mw. M. de Bruin. Proefschrift: Connecting the dots. Musculoskeletal adaptation in cerebral palsy. Promotoren zijn mw. prof. dr. C.M.A.M. van der Horst en dhr. prof. dr. H.E.J. Veeger (TUD en VUmc). Co-promotoren zijn dhr. dr. M. Kreulen en dhr. dr. M.J.C. Smeulders. Datum: 20 maart 2013
Meer kennis nodig over spastische arm – goo.gl/oMQwH – #hersenen
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) 18 maart 2013