Ouderen hebben een verhoogd risico op ongeschikte medicatievoorschriften. Clara Drenth-van Maanen, van het Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen (EPHOR) van het UMC Utrecht, onderzocht het voorschrijven van medicijnen aan ouderen.
Zij toonde aan dat het gebruik van gestructureerde protocollen voor anamnese, voorschrijven en overdracht bijdragen aan betere farmacotherapie voor ouderen.
Bij opname in een ziekenhuis brengt een Gestructureerde Medicatie Anamnese (GMA) het actuele medicatiegebruik van een oudere patiënt in beeld. Middels de GMA wordt aan de hand van het medicatieoverzicht van de apotheek, medicatiedoosjes en een gestructureerd interview met de patiënt het daadwerkelijke medicatiegebruik door de patiënt in kaart gebracht, evenals eventuele zorgen en problemen van de patiënt met de medicatie.
Uit het onderzoek bleek dat gebruik van een GMA het geneesmiddelengebruik van een patiënt beter in beeld brengt dan een regulier opnamegesprek en het medicatieoverzicht van de apotheek. Bij ontslag uit het ziekenhuis verminderde gebruik van een gestructureerde medicatieoverdracht onjuist medicatiegebruik in de thuissituatie. Er was een duidelijke reductie in discrepanties veroorzaakt door patiënt gerelateerde factoren, zoals het onbedoeld doorgebruiken van gestopte geneesmiddelen. Echter, een gestructureerde overdracht verbetert niet het aantal discrepanties veroorzaakt door systeem gerelateerde factoren zoals afleverfouten door de apotheek of toedieningsfouten door de thuiszorg.
Om fouten bij het voorschrijven van medicatie in ouderen te verminderen werd de zogenaamde Polyfarmacie Optimalisatie Methode (POM) toegepast als hulpmiddel bij het uitvoeren van een medicatiebeoordeling. De POM is een impliciete voorschrijfmethode, die bestaat uit zes open vragen, met additionele controlelijsten die gebruikt kunnen worden om polyfarmacie te optimaliseren. De vragen richten zich op therapietrouw, onderbehandeling, overbehandeling, bijwerkingen, interacties, dosering, doseerfrequentie en toedieningsvorm. Gebruik van de POM resulteerde in een duidelijk hoger percentage correcte beslissingen door de huisarts, terwijl het aantal potentieel schadelijke beslissingen daalde. Een bewerking van de POM is als de ‘Systematic Tool to Reduce Inappropriate Prescribing’ (STRIP) opgenomen in de multidisciplinaire richtlijn ‘Polyfarmacie bij ouderen’ van de Kwaliteitskoepel Medisch Specialisten, die in 2012 is verschenen.
Clara Drenth-van Maanen zegt over haar bevindingen: “In de toekomst is aandacht nodig voor het verbeteren van de medicatiekennis van artsen, het elektronisch beschikbaar komen van ondersteunende voorschrijfsystemen en het verbeteren van de medicatieoverdracht. Een nationaal elektronisch patiëntendossier kan hierbij van toegevoegde waarde zijn. Hiermee kan er per patiënt centraal een medicatiedossier worden bijgehouden, waardoor communicatiefouten verminderd kunnen worden.”
Ouderen hebben een verhoogd risico om medicatie voorgeschreven te krijgen die ongeschikt voor ze is. Dit kan leiden tot ongewenste uitkomsten, zoals bijwerkingen en mogelijk zelfs medicatie gerelateerde ziekenhuisopnames. Factoren die hier aan bijdragen zijn polyfarmacie (gelijktijdig gebruik van vijf of meer geneesmiddelen), veranderde farmacokinetiek en/of farmacodynamiek (door verminderde nierfunctie of veroudering) en medicatieoverdracht.
Clara Drenth-van Maanen promoveert op 20 juni aan het UMC Utrecht. Promotores zijn prof. dr. A.C.G. Egberts, dr. P.A.F. Jansen en dr. R.J. van Marum. Clara werkt nu als specialist in opleiding in het St. Antoniusziekenhuis in Nieuwegein. Dit onderzoek werd gefinancierd door ZonMw.
Medicatieprotocollen leiden tot minder voorschrijffouten bij ouderen – http://t.co/PHuioEl8cJ – #ouderenzorg, #medicatie
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) June 18, 2013