Moeders en televisie hebben een belangrijke invloed op het lichaamsbeeld en het eetgedrag van kinderen, blijkt uit onderzoek waarop klinisch psycholoog Doeschka Anschutz op 14 maart promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze deed onderzoek naar het slankheidsideaal bij meisjes en jonge vrouwen en keek naar de invloed van voedselreclames op hun eetgedrag.
Kinderen van moeders die veel bezig zijn met hun gewicht, zijn geneigd dat lijngedrag over te nemen. Wanneer moeders hun kinderen actief aanmoedigen om meer op hun gewicht te letten – bijvoorbeeld door minder te snoepen – dan gaan de kinderen niet alleen meer lijnen, maar worden ze ook ontevredener over hun lichaam. Volgens Anschutz komt dat waarschijnlijk doordat de moeder als rolmodel functioneert en het kind het idee geeft dat hij of zij dunner moet zijn dan het is. Dat geldt zowel voor jongens als voor meisjes, maar sterker voor oudere kinderen (9 tot 10 jaar) dan voor jongere (7 tot 8 jaar).
Jongens gevoeliger voor snoepreclame
Anschutz onderzocht ook of jonge kinderen van 8 tot 12 jaar tijdens het zien van voedselreclames meer gingen snacken. Ze ontdekte dat jongens gevoeliger zijn voor snoep- en snackreclames dan meisjes. Anschutz: ‘Ze zijn impulsiever dan meisjes, hebben minder zelfcontrole. Meisjes zijn vaak op heel jonge leeftijd al met lijnen bezig en weten dat het niet goed is om snacks te eten als je niet dik wilt worden. Reclames zijn ook vaak gericht op jongens: mannelijke acteurs, mannenstem als voice over.‘
De onderzoekster adviseert om jongens niet te veel reclame te laten kijken en om ze geen snacks te laten eten voor de televisie. Bij volwassenen zag Anschutz het omgekeerde: vrouwen snackten meer na het zien van voedselreclames, terwijl mannen meer aten wanneer zij de neutrale reclames zagen.
Averechts effect
Anschutz ontdekte ook dat kinderen met een moeder die hen actief aanmoedigt op hun gewicht te letten, méér aten wanneer ze voedselreclames zagen – vooral wanneer het ging om ‘light’ producten. Kinderen die niet aangemoedigd werden tot matigen, aten juist minder na het zien van de reclames. Anschutz: ‘Te zeer de nadruk leggen op minder snacken kan dus averechts werken. Verder kunnen reclames voor lightproducten juist het idee geven dat eten is toegestaan, omdat deze lightversies bijdragen aan een mager dieet, waardoor deze kinderen nog meer gaan snacken.’
TV-programma’s
Tv-programma’s zijn een andere belangrijke beïnvloeder als het gaat om uiterlijk en gewicht. Hoe groot die invloed is hangt af van de doelgroep van het programma en de nadruk die programmamakers leggen op slank zijn. Neutrale programma’s hadden geen invloed op het kinderslankheidsideaal, maar programma’s die expliciet slanke volwassenen of tekenfilmfiguren tonen, wel. Kinderen die al meer met dun zijn of dun worden bezig waren, werden makkelijker beïnvloed dan kinderen voor wie dat niet belangrijk was.
Clips en soaps
Slank is de norm in muziekclips en soaps. Juist jonge meisjes (7 tot 9 jaar) die veel kijken naar soaps en muziekprogramma’s, vinden het belangrijk dat ze zelf ook dun zijn. Ze zijn ontevredener over hun eigen lichaam en lijnen ook vaker dan jonge meisjes die naar neutrale programma’s kijken, zoals bijvoorbeeld het Jeugdjournaal.
Holland’s Next Top Model
Volwassenenprogramma’s waarin slank zijn expliciet de norm is, zoals Holland’s Next Top Model, maken vooral de iets oudere meisjes van 11 tot 12 jaar ongelukkig met hun uiterlijk. Dat komt omdat meisjes die de adolescentie naderen onzekerder zijn over hun eigen lichaam en daarom gevoeliger zijn voor het slankheidsideaal dat hun via de media wordt opgedrongen. Anschutz: ‘Dat betekent dat ouders kinderen niet te veel naar dergelijke programma’s voor volwassenen moeten laten kijken. Dat werkt negatief.’
Kim Possible – onrealistisch ideaalbeeld
Zelfs jonge meisjes worden al beïnvloed. Doeschka Anschutz liet meisjes van 6 tot 8 jaar kijken naar de tekenfilm Kim Possible, waarin de hoofdpersoon een zeer onrealistisch slank figuur heeft. Meisjes die gevoelig waren voor het slankheidsideaal, bijvoorbeeld omdat hun moeder daar de nadruk op legt, voelden zich beter na het zien van de tekenfilm. Volgens Anschutz is dat niet goed: ‘Deze meisjes maken zich een ideaalbeeld eigen dat niet realistisch is. Dat kan op lange termijn slecht uitpakken. Ze vormen dus een risicogroep. Opvoeders en scholen moeten kinderen bewust maken van het onrealistische van dat ideaalbeeld.’
Psychologe Doeschka Anschutz (1982) ontving in 2009 een Frye Stipendium, een beurs voor veelbelovende vrouwelijke promovendi aan de Radboud Universiteit. Haar onderzoek is begeleid vanuit het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit.
Doeschka Anschütz werkt nu aan de Universiteit van Amsterdam. Daar zet ze haar onderzoek naar voedselreclames voort. Ze zoekt onder meer uit welke mensen extra gevoelig zijn voor dergelijke reclames en hoe zij worden beïnvloed.
Beloved Bodies & Forbidden Foods: Media influence on body image and food intake. Doeschka Anschutz, 14 maart 2011, Radboud Universiteit Nijmegen.