Leerlingen hebben weinig weet van kansen op arbeidsmarkt

Scholieren in het voortgezet onderwijs hebben bij hun keuze voor een vervolgopleiding weinig kennis van wat hun kansen zijn op de arbeidsmarkt. Ook weten zij amper hoeveel zij ongeveer kunnen gaan verdienen als ze een bepaalde studie afronden.

Dit blijkt uit NWO-onderzoek van Jacopo Mazza, die op 23 maart 2012 zijn dissertatie verdedigt aan de Universiteit van Amsterdam.

Econoom Mazza vroeg aan 1697 middelbare scholieren in 4-vmbo, 5-havo en 6-vwo onder meer wat zij verwachten te gaan verdienen met een bepaald diploma. De genoemde bedragen variëren enorm. ‘De meeste scholieren hebben geen idee wat een reële inkomensverwachting is die bij een specifieke studierichting past’, concludeert de promovendus. Ongeveer de helft van de scholieren schat hun startinkomen tussen de 1000 en 2000 euro in; een kwart zit daarboven en een kwart daaronder. Zo noemt ongeveer 5% van de scholieren (73 personen) 500 euro als verwacht maandsalaris na hun afstuderen, tegenover 81 scholieren die op 3000 euro per maand als startsalaris inzetten.

Mazza kon weinig patronen ontdekken in de antwoorden. Het is bijvoorbeeld niet zo dat kinderen van goed verdienende ouders hun toekomstig inkomen hoger inschatten dan kinderen van ouders met een modaal inkomen. Ook maakt het voor de hoogte van de inschatting geen verschil of de ouders een andere etnische afkomst hebben. Wel blijkt de inkomensverwachting van meisjes enkele honderden euro’s per maand lager dan die van jongens. Zo werd aan 6-vwo’ers gevraagd wat ze verwachten dat hun startinkomen wordt direct na het afronden van een hbo of universitaire studie. Voor jongens lag de mediaan – het middelste getal bij het sorteren van alle genoemde verwachte inkomens van klein naar groot – op 2000 euro, en voor meisjes op 1650 euro. Ook bij 4-vmbo’ers en 5-havo’ers zijn tussen de geslachten grote verschillen waarneembaar qua inschatting. De mediaan van het verwachte inkomen na afronding van een mbo, hbo of universitaire studie lag bij jongens zo’n 300 tot 600 euro hoger dan bij meisjes.

Risico
Mazza onderzocht ook of de leerlingen beseffen welke gevolgen het afbreken van een vervolgstudie heeft op hun toekomstig inkomen. De meeste scholieren blijken te beseffen dat ze zonder diploma op zak minder zullen verdienen dan met, maar weten niet hoe groot dit verschil kan zijn. Volgens Mazza toont zijn onderzoek aan dat middelbare scholieren geen kaas gegeten hebben van de arbeidsmarkt. Hij vindt dat scholen hun leerlingen beter moeten voorlichten. ‘Het is belangrijk dat tieners bij het kiezen van een vervolgopleiding weten wat hun kansen zijn op een baan en hoe hoog hun inkomen ongeveer zal worden. Ze moeten een bewuste keuze maken.’ Wel stelde Mazza op basis van Amerikaanse gegevens vast dat kiezen voor een studie op het terrein van de bèta- of sociale wetenschappen beter beschermt tegen macro-economische schokken zoals een crisis, dan andere type studies, zoals op het vlak van de geesteswetenschappen, gezondheid of educatie.

Mazza erkent dat er tijdens een studie van alles kan veranderen op de arbeidsmarkt. Wie zes jaar geleden aan een pilotenopleiding begon, kreeg daar bijna een baangarantie bij. Ondertussen is de vliegmarkt zo hard ingestort, dat afgestudeerde piloten thuis zitten. Zo zijn meer voorbeelden te noemen, ook van voor de economische crisis. Toch is dat volgens Mazza geen reden om leerlingen in het ongewisse te laten. ‘We moeten natuurlijk altijd meegeven dat de situatie op de arbeidsmarkt kan veranderen. Maar over het algemeen valt er redelijk goed te voorspellen wat de kansen zijn met een bepaald diploma.’

Plaats een reactie