Eet meer vezels en je zult langer leven. Dat is de boodschap van een studie naar de invloed van vezels op de overlevingskans. De studie werd uitgevoerd door de National Institutes of Health en AARP (American Association of Retired Persons; ouderenorganisatie in de VS) met meer dan 388.000 proefpersonen in de leeftijd van 50 tot 71 jaar. Ze vulden in het jaar 1995 of 1996 een vragenlijst in over hun eetgewoonten. Ook werd de deelnemers gevraagd hoeveel ze aten van 124 specifieke levensmiddelen.
In een periode van 9 jaar stierven 31.000 personen. Het bleek dat mannen en vrouwen met de hoogste vezelinname 22% minder kans hadden om te sterven. De onderzoekers hielden ook rekening met andere risicofactoren zoals het lichaamsgewicht, het opleidingsniveau, rookgedrag en de gezondheid en zagen desondanks een lagere sterftekans bij personen die veel vezels aten.
Het duidelijkst was de relatie met diabetes en hart- en vaataandoeningen. Vezels verbeteren het cholesterolgehalte, de bloeddruk, ontstekingen en het glucosegehalte in het bloed. Ook zijn vezels in staat om gifstoffen aan zich te binden en uit het lichaam te verwijderen.
Daarnaast zorgt vezelrijke voeding voor een vol gevoel, waardoor het gemakkelijker is om gewicht te verliezen. Vezels beschermen daarnaast tegen infecties en de griep. Het beschermend effect tegen kanker geldt alleen voor mannen. Vermoedelijk komt dit doordat bij mannen vaker kanker als gevolg van verkeerde eetgewoonten voorkomt dan bij vrouwen.
Vezelrijke voeding biedt bescherming tegen diverse aandoeningen. De boodschap ‘eet meer vezels en je zult langer leven’ blijkt inderdaad te berusten op waarheid.