‘Laat je niet overvallen’ van start

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie gaf dinsdag 28 juni 2011 in het Haagse winkelcentrum Waldeck het startsein voor de preventietour ‘Laat je niet overvallen’ van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). In opdracht van het ministerie organiseert het HBD tenminste 24 voorlichtings-bijeenkomsten om winkeliers te leren hoe zij het risico op een overval, geweld of agressie kunnen verkleinen.

Tijdens de bijeenkomsten zijn ook vertegenwoordigers van de politie en het Openbaar Ministerie aanwezig. Een overzicht van de bijeenkomsten staat op de speciale website www.laatjenietovervallen.nl

De minister gaf het startsein tijdens een bijeenkomst in Winkelhof Waldeck in Den Haag. Voorafgaand aan het startsein van de preventietour overhandigde de minister de eerste HBD-ster voor het Keurmerk Veilig Ondernemen aan de ondernemers, gemeente en politie. De HBD-ster onderstreept dat ondernemers, gemeente, politie en andere belanghebbenden afspraken hebben gemaakt om de veiligheid in het winkelgebied structureel aan te pakken.

Ketenprogramma Overvalcriminaliteit
De preventiebijeenkomsten zijn een onderdeel uit het Actieprogramma Ketenaanpak Overvallen van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het ketenprogramma, dat mede dankzij de inzet van Detailhandel Nederland tot stand is gekomen, omvat een groot aantal maatregelen om het overvalrisico in de detailhandel te verkleinen. Zo heeft het HBD ook de opdracht gekregen het aantal winkelgebieden met een Keurmerk Veilig Ondernemen flink uit te breiden.

Medewerkers belangrijkste wapen
HBD-voorzitter Elrie Bakker benadrukte nog eens dat goed getrainde medewerkers ‘het beste wapen’ tegen overvallen zijn. “Technische hulpmiddelen kunnen ondersteunen, maar het is met name de oplettendheid en het werken volgens de juiste procedures waarmee het risico op een overval verkleind kan worden. En natuurlijk niet alleen op de eigen zaak letten, maar ook elkaar een beetje in de gaten houden. Ik ben ervan overtuigd dat oplettende medewerkers veel kunnen doen.”

Plaats een reactie