De KNMP is verheugd dat het vandaag gepresenteerde rapport van The Boston Consulting Group (BCG) ‘Prijsliberalisering in de farmaceutische zorg’ onderstreept dat het Nederlandse systeem voor extramurale farmaceutische zorg internationaal gezien bovengemiddeld presteert. De toegankelijkheid, de kwaliteit en de betaalbaarheid van de farmaceutische zorg scoren in vergelijking met andere landen hoog, aldus BCG.
Het rapport is geschreven in opdracht van de zorgverzekeraars, naar aanleiding van de prestatiebekostiging en vrije prijsvorming voor de farmaceutische zorg die de minister van VWS per 2012 wil invoeren. In het rapport wordt geconcludeerd dat een niet-gedifferentieerde, landelijke invoering van vrije prijsvorming niet in het belang van verzekerden zou zijn. Vooral doordat in sommige regio’s in Nederland onvoldoende aanbieders (apothekers) zouden zijn.
De KNMP plaatst hier kanttekeningen bij en vindt het niet in het belang van de kwaliteit van de farmaceutische zorg aan patiënten wanneer de markt slechts gedeeltelijk vrij komt. Het risico bestaat dat daardoor het hoge niveau van onze farmaceutische zorg in gevaar komt. Zo is zeer lastig te bepalen op welk moment in een regio de staat van volledige concurrentie is bereikt. Dat leidt tot ingewikkelde rekensommen, onder meer op basis van het economisch eigendom van apotheken, die de vrije marktwerking eerder belemmeren dan stimuleren. Het splitsen van regio’s vergt een jaarlijks onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waardoor marktwerking via een achterdeur teniet wordt gedaan.
Ook krijgen zorgverzekeraars op basis van de suggesties van BCG in regio’s waarin per 2012 nog geen marktwerking is, een zeer zware positie. Er is in dat geval geen gelijk speelveld tussen apothekers en zorgverzekeraars. Apothekers kunnen dan niet over hun tarief en diensten onderhandelen en ook dat is niet in het belang van de kwaliteit van de zorg aan de patiënt.
Daarnaast maakt de KNMP zich zorgen over de conclusie van BCG over de risico’s van prijsstijgingen voor de patiënt. Bekend is dat de vergrijzing de komende jaren vrijwel zeker zal leiden tot extra bijbetalingen voor de patiënten. Het kan niet zo zijn dat marktwerking tot nóg hogere prijzen leidt. De rekening voor marktwerking mag volgens de KNMP nooit bij de patiënt komen te liggen. Daarom wil de KNMP snel met de zorgverzekeraars en het ministerie van VWS in gesprek over de randvoorwaarden zodat een zinvol en werkbaar systeem per 1 januari 2012 mogelijk wordt.
De KNMP zal deze gesprekken benutten om aan te geven dat het patiëntenbelang voorop dient te staan bij de invoering van vrije prijsvorming en prestatiebekostiging. De ruimte voor innovatie die vrije prijsvorming en prestatiebekostiging bieden, vindt de KNMP van groot belang. Daarbij is het voor de KNMP logisch dat er tussen apothekers en zorgverzekeraars afspraken gemaakt kunnen worden over het totaalpakket van de farmaceutische zorg in heel Nederland. Daarin past een gedeeltelijke invoering van de marktwerking niet. Dus geen splitsing tussen soorten regio’s maar ook niet tussen soorten zorg. KNMP-voorzitter Jan Smits: “Wanneer apothekers met verzekeraars afspraken kunnen maken over dienstverlening, kan dat zeker ook over de materiaalkosten. Mijn indruk is dat sommige verzekeraars dat graag willen met de apothekers. Dat is een goede zaak. Op die manier nemen apothekers en zorgverzekeraars gezamenlijk hun maatschappelijke verantwoordelijkheid”.