De KNMG wijst de door D66 bepleite verandering van het systeem van orgaandonatie af. Orgaandonatie is alleen acceptabel na expliciete toestemming. Het voorstel van D66 biedt ook geen oplossing voor het tekort aan donoren. Toename van donoren is bovendien mogelijk binnen het huidige systeem.
Afgelopen week stelde D66 voor het wettelijk systeem van orgaandonatie te wijzigen. De partij wil dat iedereen die niet reageert op een nieuwe oproep van het Donorregister automatisch geregistreerd wordt als donor (het ADR-systeem).
Orgaandonatie moet bewuste keuze zijn
De KNMG ziet orgaandonatie als een aantasting van de integriteit van het lichaam die alleen te rechtvaardigen is als de betrokkene of diens naasten expliciet toestemming hebben gegeven. Het voorstel van D66 leidt ertoe dat veel mensen zich niet bewust zullen zijn van het feit dat zij als donor worden geregistreerd. Denk aan mensen die geen Nederlands spreken, functioneel analfabeet zijn, psychiatrisch patiënt, dement of verstandelijk gehandicapt. Voor de KNMG is dit onacceptabel.
Kwantitatieve meerwaarde onzeker
Er bestaan geen aanwijzingen die de door D66 verwachte halvering van de wachtlijst onderbouwen. Uit een eerder landelijk onderzoek in het kader van het Masterplan Orgaandonatie bleek dat de effectiviteit van alternatieve beslissystemen niet groter is dan de effectiviteit van het huidige systeem. Landen die veranderden van wettelijk systeem, zoals Zweden en Italië, zagen geen duidelijk effect op het aantal orgaandonoren. Het is zelfs mogelijk dat het ADR-systeem tot een daling van het aantal donoren leidt, als veel mensen een weigering laten registreren. Een internationale vergelijking met landen als Spanje en België is niet mogelijk, omdat in die landen een ander wettelijk systeem geldt.
Verwatering positieve registratie
Het voorstel van D66 kan op de Intensive Care tot complexe discussies tussen artsen en nabestaanden leiden. Patiënten die zich expliciet als donor aangemeld hebben, onderscheiden zich in het voorgestelde systeem namelijk niet van mensen die geen keuze maakten. Beiden staan positief geregistreerd. Hoewel nabestaanden wettelijk geen positie hebben, vergroot het voorgestelde systeem zo de kans dat nabestaanden zich zullen verzetten tegen orgaandonatie, ook bij patiënten die zich expliciet als donor hadden aangemeld. Een bewuste keuze van de overledene voor orgaandonatie is voor nabestaanden immers vaak beter te accepteren.
Zoek winst binnen huidige systeem
De KNMG pleit ervoor dat de politiek zich richt op lopende pilots die erop gericht zijn binnen het huidige wettelijke systeem het aantal orgaandonaties te verhogen. De eerste resultaten zijn voorzichtig bemoedigend. Deze pilots lopen sinds 2011 en betreffen onder andere de invoering van Zelfstandige Uitnameteams en het structureel inzetten op de communicatie met nabestaanden om bijvoorbeeld misverstanden over orgaanuitname bij hen weg te nemen. De evaluatie van deze pilots wordt in 2014 verwacht. Nu al kan worden geconstateerd dat in de eerste helft van 2012 het aantal postmortale orgaandonoren is toegenomen met 15 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Of deze stijging structureel is, is onzeker, maar volgens de KNMG is het voorbarig om te concluderen dat de pilots mislukt zijn.
De KNMG zal dit standpunt meedelen aan D66, de Tweede Kamer en aan relevante partijen die zich bezighouden met orgaandonatie.