Invloedrijke auteurs hebben in de Nederlandse literatuur tussen 1990 en 2005 een pessimistisch maatschappijbeeld opgeroepen, waarin ‘het westen’ en ‘de islam’ bijna automatisch botsen. Zij schetsten in hun werk en in columns, interviews en andere bijdragen aan het maatschappelijk debat een kloof tussen moslims en niet-moslims die onoverbrugbaar lijkt.
Dat blijkt uit onderzoek waarop literatuurwetenschapper Sjoerd-Jeroen Moenandar op 22 maart 2012 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De vermeende botsing tussen ‘het westen’ en ‘de islam’ houdt de gemoederen in Nederland al geruime tijd bezig. Promovendus Sjoerd-Jeroen Moenandar bracht in kaart hoe Kader Abdolah, Robert Anker, Abdelkader Benali en Hafid Bouazza deze botsing in hun werk opvoeren. De auteurs zijn gekozen vanwege hun populariteit in de literatuur en daarbuiten. Zij ontvingen prestigieuze prijzen en hun werken worden veel besproken en goed verkocht. Bovendien worden de schrijvers regelmatig geïnterviewd en mengen zij zich met columns, essays en opiniestukken in het publieke debat.
Pessimistisch beeld
Moenandar stelt vast dat de vier auteurs een pessimistisch maatschappijbeeld schetsen. De kloof tussen moslims en niet-moslims lijkt in hun werk onoverbrugbaar. Een opvallende overeenkomst tussen de onderzochte werken is dat veel ‘westerse’ en ‘islamitische’ personages volstrekt overtuigd zijn van de verschillen tussen hun culturen. Zij kunnen zich niet in de wereld van de ander verplaatsen. Onbegrip en zelfs gewelddadige botsingen zijn het gevolg.
Karikaturen
De auteurs vergroten het verschil tussen de culturen elk op hun eigen wijze uit, zo stelt Moenandar vast. Anker, Bouazza en Benali maken karikaturen van de stereotype moslim en Nederlander en stellen daarmee ter discussie wat een moslim en Nederlander nou eigenlijk zijn. Ze dagen de lezer uit door allerlei clichés over ‘de’ moslim en ‘de’ Nederlander op te voeren, maar uiteindelijk te ontmaskeren. Als we er meer genuanceerde opvattingen over elkaars culturen op na zouden houden, zou de kloof tussen onze culturen wellicht overbrugbaar zijn, zo suggereren deze auteurs. Maar zij maken duidelijk dat dit slechts een gedachte-experiment is, een droomwereld; in werkelijkheid zal de kloof tussen moslims en niet-moslims nooit gedicht kunnen worden.
Maatschappelijke rol
Het publiek hoopt dat schrijvers kunnen bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen, aldus Moenandar. Van de onderzochte auteurs voldoet Kader Abdolah het meest aan deze verwachting. Moenandar: ‘Anders dan de andere auteurs speelt Abdolah geen spel met clichés en karikaturen. Hij gebruikt ze niet om de vermeende botsing der beschavingen te ironiseren of er de draak mee te steken, maar om de botsing tussen het westen en de islam als een overzichtelijk probleem voor te stellen. Hierdoor vertelt Abdolah zijn westerse lezers weinig meer dan wat ze al meenden te weten over de “mystieke wereld van het oosten”. Mogelijk verklaart dat zijn grote populariteit.’
Onttrekken aan debat
De boodschap die de auteurs uitdragen in columns, essays, interviews en andere bijdragen aan het maatschappelijk debat herhalen zij in hun literaire werken. Een paar jaar na de aanslagen in 2001 ziet Moenandar wel een vorm van vermoeidheid bij de auteurs in hun rol als publiek intellectueel optreden. ‘Met name Bouazza en Benali voelden zich vanwege hun Marokkaanse achtergrond in een rol gedrukt in het publiek debat. Zij kregen de neiging zich aan de druk van de beeldvorming te onttrekken. Literatuur werd voor hen een vrijplaats, waar ze konden ontsnappen aan de samenleving en haar stereotypen.’
Curriculum vitae
Sjoerd-Jeroen Moenandar (Zwolle, 1976) studeerde literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij verrichtte zijn onderzoek binnen het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek Groningen van de RUG. Promotor is prof.dr. E.J. Korthals Altes, copromotor is dr. E.C.S. Jongeneel. Moenandar werkt momenteel als docent kunstfilosofie en literatuurwetenschap aan de vakgroep Kunsten, Cultuur en Media van de RUG. De titel van zijn proefschrift luidt: Verdorven grensplaatsen. Ontmoetingen tussen moslims en niet-moslims in de Nederlandse literatuur (1990-2005).