Afgelopen weekend is de klok vooruit gezet en hebben we uurtje minder geslapen. De biologische klok van de meesten van ons past zich moeiteloos aan. Mensen met slaapstoornissen zoals het vertraagde slaapfase syndroom, kunnen er wel erg veel last van hebben, zegt Sebastiaan Overeem, arts-onderzoeker bij het UMC St Radboud en het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit. Hij houdt zich bezig met slaap en slaapstoornissen, met name bij patiënten met neurologische aandoeningen.
Overeem legt uit dat ons slaap- en waakritme wordt bepaald door een combinatie van de slaaphomeostaat en de biologische klok. De homeostaat zorgt ervoor dat je slaperiger wordt naarmate je langer wakker bent geweest. Laat op de avond, en helemaal na een nachtje ‘doorhalen’ is de slaapdruk dus heel groot.
Overeem: ‘De tweede factor die bepaalt of je kunt slapen, is de biologische klok, die allerlei lichaamsritmes aanstuurt. Die klok telt niet precies 24 uur en wordt van buitenaf bijgesteld, onder andere onder invloed van licht en donker. Als het goed is, werken homeostaat en klok goed samen en houden ze je slaap-waakritme in balans.’
Hoewel menigeen denkt dat de aanvang van de zomertijd tot meer slaapproblemen leidt dan het einde ervan, is dat niet per se zo. Je raakt inderdaad een uurtje van je weekend kwijt, maar aan de andere kant blijkt dat de biologische klok wat minder moeite heeft met het vooruit- in plaats van terugschuiven van de tijd.
Sebastiaan Overeem is leider van de slaappoli van het UMC St Radboud, de eerste academische polikliniek in Nederland waar slaapgeneeskunde ‘over de hele breedte’ wordt beoefend. Met een Vidi-subsidie van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) doet hij onderzoek naar de gunstige uitwerking van slaap op symptomen van Parkinson.