Unilaterale Cerebrale Parese (CP) is een stoornis in de beweging en houding aan één lichaamszijde als gevolg van hersenbeschadiging rondom de geboorte. Het komt voor bij twee op de duizend kinderen en is de meest voorkomende oorzaak van fysieke beperkingen bij kinderen. Problemen met de bewegingsuitvoering aan de aangedane zijde (meestal een verhoogde of verlaagde spierspanning) zijn het meest opvallend bij deze kinderen.
Céline Crajé heeft onderzocht hoe kinderen met CP hun ‘goede’ arm bewegen. Dit is belangrijk omdat deze arm het meest gebruikt wordt in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld bij het eten, aankleden en grijpen van voorwerpen.
Uit dit onderzoek blijkt dat kinderen met CP moeite hebben met het cognitieve proces van het plannen van bewegingen met hun ‘goede’ hand. Waar normaal ontwikkelende kinderen bewegingen vooruit plannen, doen kinderen met CP dat stap-voor-stap. Het kunnen inbeelden van een beweging zou een voorwaarde kunnen zijn voor het goed kunnen plannen van bewegingen.
Biografie
Céline Crajé (Assen, 1980), studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar afstudeeronderzoek over de motorische ontwikkeling van te vroeg geboren kinderen legde de basis voor haar interesse in het bewegingsonderzoek. In 2006 startte ze met dit promotieonderzoek binnen het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit.
Promotiegegevens
Promovendus: mevrouw drs. M.C. Crajé
Titel promotie: (A)typical motor planning and motor imagery
Promotors: De heer prof. dr. B. Steenbergen
Copromotors: De heer dr. J. van der Kamp (VU)
Datum: vrijdag 14 januari 2011, 13:00 uur
Locatie: Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2
Faculteit: Faculteit der Sociale Wetenschappen