Het risico om door kanker te overlijden daalt. Mannen hadden in 2010 circa 14 procent minder kans om door kanker te sterven dan in 2000; bij vrouwen daalt het sterfterisico met circa 5 procent minder snel. Het aantal sterfgevallen door kanker is echter door bevolkingsgroei en vergrijzing toegenomen.
Meer sterfgevallen
In 2010 zijn in Nederland ruim 42 duizend mensen overleden door kanker. De ziekte is daarmee verantwoordelijk voor bijna een derde van de totale sterfte. Door bevolkingsgroei en vergrijzing neemt het aantal sterfgevallen door kanker al decennia geleidelijk toe.
Longkanker veroorzaakt bij zowel vrouwen als mannen de meeste sterfgevallen: ruim 10 duizend in 2010. Bij vrouwen komt borstkanker op de tweede plaats met 3,2 duizend sterfgevallen. Bij mannen is dat darmkanker, met ruim 2,8 duizend overledenen.
Kleiner risico om door kanker te overlijden
Wordt rekening gehouden met bevolkingsgroei en vergrijzing, dan daalt het risico om door kanker te overlijden al enkele decennia. De afname is het sterkst bij mannen. Daaraan heeft vooral de afname van de sterfte door longkanker sterk bijgedragen. Bij vrouwen is het risico om door kanker te overlijden minder afgenomen. De sterfte door longkanker nam bij hen juist toe. Dat komt doordat vrouwen de afgelopen decennia meer zijn gaan roken, en mannen juist minder.
Sterkere daling bij mannen
Bij mannen was het risico om door kanker te overlijden in 2010 circa 14 procent kleiner dan in 2000; bij vrouwen bedroeg het verschil circa 5 procent. Het risico om door maagkanker te overlijden nam het sterkst af. Deze daling zette al meer dan een halve eeuw geleden in.
Bij sommige vormen van kanker nemen de overlijdensrisico’s juist toe. Het sterkst waren de toenames bij longkanker (vrouwen) en bij melanoom van de huid (beide seksen).