Jeugdgezondheidszorg belangrijke schakel in beweegstimulering

Er liggen veel kansen voor de jeugdgezondheidszorg om de jeugd meer te stimuleren tot bewegen en sporten, bijvoorbeeld door aan te haken op lopende beweegstimuleringsprojecten van gemeenten. Dit is een van de mogelijkheden die het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid in kaart heeft gebracht in het Standpunt ‘Beweegstimulering door de Jeugdgezondheidszorg’.

In dit standpunt heeft het RIVM uiteengezet hoe de specifieke deskundigheid van de JGZ kan worden ingezet om kinderen (en hun ouders) te motiveren meer te bewegen. Niet alleen binnen de reguliere contactmomenten, maar ook daarbuiten. Het standpunt is in opdracht van het ministerie van VWS geformuleerd. Een groot deel van de Nederlandse jeugd beweegt te weinig, wat de lichamelijke en psychosociale gezondheid negatief kan beïnvloeden. De JGZ ziet (bijna) alle kinderen vanaf hun geboorte regelmatig en kan daardoor een belangrijke bijdrage leveren om ze meer te laten bewegen. Juist vanwege de kennis op het gebied van groei en ontwikkeling van het kind kan de JGZ gerichte adviezen over beweegmogelijkheden geven aan ieder kind dat onvoldoende beweegt.

Naast de individuele begeleiding kan de JGZ aanhaken op bestaande collectieve activiteiten. Veel gemeenten hebben bijvoorbeeld beweegstimuleringsprojecten ontwikkeld in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, of van het Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs. JGZ-organisaties kunnen hierbij aansluiten en de gemeenten adviseren over activiteiten die aansluiten bij lokale aandachtspunten, zoals het voorkomen van obesitas of bewegingsarmoede bij jongeren. Ook kunnen zij meer samenwerken met het onderwijs, sportverenigingen en gezondheidsbevorderende instanties om de jeugd in beweging te krijgen.

Beweegstimulering door de JGZ is een belangrijke taak die echter extra tijd zal kosten aan JGZ-medewerkers. Deze tijd zal gedeeltelijk gevonden kunnen worden binnen het uniforme deel van het Basistakenpakket, maar voor de overige tijd zal de JGZ in overleg met de gemeenten ruimte moeten zoeken binnen het maatwerkdeel of binnen ander beweegstimuleringsbeleid.

Plaats een reactie