Experimenten die in gedachten worden uitgevoerd, helpen om toch conclusies over de werkelijkheid te trekken. Zij vormen een instrument om mensen te overtuigen van de aannemelijkheid van theorieën die op het eerste gezicht absurd lijken. Wetenschappers als Galileo Galilei, Darwin en ook Einstein maakten daar gebruik van om hun baanbrekende theorieën te verhelderen.
Dit onderwerp staat centraal in de inaugurele rede die prof. dr. Carla Rita Palmerino, uitspreekt als hoogleraar filosofie aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit op vrijdag 15 maart 2013. De oratie heeft als titel: ‘Galilei’s adelaar en Darwins wolven. De rol van gedachte-experimenten in wetenschappelijke theorievorming.’
Wetenschappers en filosofen maken vaak gebruik van gedachte-experimenten om een antwoord te vinden op theoretische vraagstukken. In een gedachte-experiment wordt een beroep gedaan op een imaginair, soms volstrekt onmogelijk, scenario om conclusies over de werkelijkheid te trekken. Stel dat iemand met de snelheid van het licht zou reizen. Stel dat een eerlijk mens in het bezit zou komen van een onzichtbaar makende ring. Maar hoe kan een experiment dat niet daadwerkelijk wordt uitgevoerd, toch nieuwe kennis opleveren?
Aanvulling op echte experimenten
In haar oratie richt Carla Rita Palmerino haar aandacht op twee baanbrekende werken: Galileo Galilei’s Dialoog over de twee voornaamste wereldsystemen uit 1632 (die onlangs voor het eerst in een Nederlandse vertaling is verschenen) en Charles Darwins Over het ontstaan van soorten uit 1859. De heliocentrische theorie die Galilei verdedigt en de theorie van natuurlijke selectie die Darwin uiteenzet, houden allebei een volledige breuk in met de traditionele opvattingen. “Beide wetenschappers gebruikten gedachte-experimenten om de lezers te helpen een theoretisch vraagstuk vanuit een ander perspectief te bekijken dan zij vanuit hun kennis en intuïtie gewend waren. De gedachte-experimenten functioneerden hier, maar werden bijvoorbeeld ook door Einstein gebruikt om lezers te overtuigen van zijn relativiteitstheorie.” Voor Galilei en Darwin zijn gedachte-experimenten niet een vervanging van, maar een aanvulling op empirische data: ze worden gebruikt om een brug te slaan tussen de nieuwe theorie en reeds bekende fenomenen.
Over Carla Rita Palmerino
Carla Rita Palmerino (Rome, 1969) rondde in 1992 haar studie filosofie aan de Universiteit van Rome ‘La Sapienza’ af, waarna zij aan de Universiteit van Florence in de wetenschapsgeschiedenis promoveerde. Sinds 1998 is zij werkzaam bij het Center for the History of Philosophy and Science van de Radboud Universiteit Nijmegen. In september 2011 werd zij benoemd tot hoogleraar filosofie aan de faculteit Cultuurwetenschappen van de OU. De complexe wisselwerking tussen vroegmoderne kosmologie, mechanica en materietheorieën is sinds haar promotie een van de zwaartepunten in haar onderzoek geweest. In de afgelopen jaren, en vooral sinds haar aanstelling aan de OU, heeft Carla Rita Palmerino haar aandacht tevens gericht op de opvattingen van Darwin en zijn tijdgenoten omtrent de evolutie van bewustzijn, cultuur en moraal.
Galileo Galilei, Darwin en Einstein maakten daar ook gebruik van – goo.gl/nKKpF – #wetenschap, #filosofie
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) 15 maart 2013