In de jeugdsector is geen sprake van weerstand om structureel aandacht te besteden aan diversiteit. De urgentie om er mee aan de slag te gaan verschilt echter per organisatie. Dat hangt samen met verschillende factoren. Onbekendheid met de materie, niet de juiste aanpak weten, gebrek aan mogelijkheden en middelen en andere prioriteiten zijn een aantal daarvan. Dat is een van de conclusies in het rapport ‘Naar interculturele competentieprofielen in het preventieve en ontwikkelingsgericht jeugdbeleid‘.
Het rapport is gemaakt in opdracht van ZonMw, als onderdeel van het programma Diversiteit in jeugdbeleid, programmalijn Versterking intercultureel vakmanschap. Het onderzoek is onder leiding van het Nederlands Jeugdinstituut uitgevoerd door Pharos, Movisie en Forum.
Ook conludeert het rapport dat een actieve bijdrage van het management van groot belang is bij het streven om organisaties en professionals te ‘diversiteitsproof’ te laten werken. Verder moet al in de initiële opleiding aandacht worden besteed aan deze competenties. Daar moet een stevig basis gelegd worden voor het kunnen denken en handelen in diversiteit. In de werksituatie kan daarop voortgebouwd worden en verdieping plaatsvinden naar meer specifieke thema’s en settings.