Hoe komt het dat mensen toch onveilig vrijen en het risico lopen besmet te worden met HIV, terwijl zij weten dat veilig seksueel gedrag AIDS voorkomt? Dat onderzoekt Kenny Wolfs, promovendus bij de faculteit Psychologie van de Open Universiteit in zijn promotieonderzoek.
Bij het onderzoek wordt gekeken naar de invloed van alcohol en seksueel opgewonden zijn op seksueel gedrag van mannen. Het promotieonderzoek wordt gefinancierd door het Aids Fonds, is gestart op 1 november 2012 en duurt vier jaar.
Onveilig gedrag
Mensen zijn tegenwoordig geïnformeerd over het belang van veilig seksueel gedrag ter preventie van AIDS. Toch blijft het jaarlijkse aantal nieuwe HIV-diagnoses hoog, volgens de Stichting HIV Monitoring (SHM). De HIV epidemie in Nederland is geconcentreerd in de groep mannen die seks hebben met mannen (MSM).
Kenny Wolfs onderzoekt de invloed van zowel alcohol als seksueel opgewonden zijn. Als mensen onder invloed zijn van alcohol of reeds seksueel opgewonden zijn, zullen zij volgens Wolfs sneller overgaan tot onveilig seksueel gedrag. Er wordt dan gesproken over een beslissing die genomen wordt ‘in the heat of the moment’. Het is de eerste keer dat tegelijkertijd de invloed van alcohol en seksueel opgewonden zijn op veilig vrijen wordt onderzocht. In dit onderzoek worden mensen dan ook in een staat van opwinding en onder invloed van alcohol gebracht.
Vernieuwend
Innovatief aan het onderzoek is tevens dat voor het eerst de rol van het werkgeheugen, de cognitieve capaciteit, hierbij wordt onderzocht. Er is nog niet eerder gemeten wat alcohol en seksuele opwinding met je hersenfuncties doen in relatie tot onveilig seksueel gedrag.
Ook worden in dit project twee nieuwe interventies getest die inwerken op het onbewuste van mensen. Een van deze interventies is gebaseerd op een psychologisch proces, genaamd evaluatieve conditionering. Hierbij worden gedachten aan onveilig vrijgedrag gekoppeld aan allerlei slechte begrippen, zodat er in de hersenen een link ontstaat tussen ‘onveilig vrijen’ en ‘slecht’. Tegelijkertijd wordt de link tussen ‘onveilig vrijen’ en ‘goed’ verminderd. Een tweede interventie betreft een respons-inhibitietraining. Mensen wordt hierbij aangeleerd om zichzelf onbewust tegen te houden als de drang erg groot is om toch maar over te gaan op onveilig vrijgedrag.