Ik heb het geteld: in de afgelopen acht maanden vuurde de Tweede Kamer maar liefst vier meldplichten op artsen af. Het regent meldplichten. Eentje voor kindermishandeling, één om diagnose en labuitslagen aan de apotheker te verstrekken, een spreekplicht naar de gezinsvoogd en een meldplicht disfunctioneren. Wordt u ook een beetje murw van al dat wantrouwen?
Column van mr. Robinetta de Roode, adviseur gezondheidsrecht KNMG
Begrijpt u mij goed. Natuurlijk horen kindveiligheid, medicatieveiligheid en kwaliteit van de zorg bovenaan de agenda te staan. Maar zijn deze ‘meldplichtplannen’ altijd even goed doordacht? Het beroepsgeheim, de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt en de toegankelijkheid van zorg, wegen óók mee. En soms is het echt beter de verantwoordelijkheid bij het veld te laten. Zelf opgelegde plichten werken meestal beter.
Meldcode – meldplicht
Een wettelijke meldplicht kindermishandeling, door de VVD zo fel bepleit, vond de staatssecretaris gelukkig een brug te ver. Zij gaat net als de KNMG voor een meldcode, die overigens nog wel beter op het netvlies van artsen moet komen. De spreekplicht naar de gezinsvoogd komt er tegenstrijdig genoeg wel, als het wetsvoorstel [1] althans door de Eerste Kamer komt. De kritiek van de staatssecretaris en het veld sloeg de Kamer in de wind. De grote vraag wordt dus hoe zorgverleners met zo’n absoluut gestelde plicht het vertrouwen van ouders met psychiatrische problemen kunnen behouden. Samenwerkingsafspraken tussen veldpartijen kunnen mogelijk helpen.
Diagnose op het recept
Nog een plicht: de diagnose op het recept vermelden. De KNMG liet zich hierover eerder kritisch uit. Maar daarvoor is geen reden meer nu die plicht in het wetsvoorstel [2] uitdrukkelijk is beperkt tot geneesmiddelen waarvan is vastgesteld [3] dat vermelding noodzakelijk is voor de medicatieveiligheid. Denk aan middelen die meer indicaties kennen met elk een andere dosering, of middelen waarvan de ene indicatie meer therapietrouw vergt dan de andere. Juist dan moet de apotheker zijn rol als medicatiebegeleider optimaal kunnen vertolken. Door een amendement gaat iets vergelijkbaars ook gelden voor labuitslagen, al gaat die regeling minder ver. Technisch is op de wetsbepaling het nodige aan te merken, maar de strekking is duidelijk.
“Zijn deze regelingen geen motie van wantrouwen jegens de dokter?”
Wantrouwen
Zijn deze regelingen geen motie van wantrouwen jegens de dokter? Of overbodig? Het Elektronisch Voorschrijf Systeem waarschuwt immers ook? Misschien. Maar laten we zo´n extra check nu maar gewoon aanvaarden. Domeindiscussies zijn hier niet op zijn plaats. Samenwerking kan medicatieveiligheid vergroten. En de apotheker heeft een goed afgebakende, adviserende rol. De arts blijft eindverantwoordelijk voor zowel recept als behandeling.
Disfunctioneren
Dan het recente voorstel van de VVD om artsen wettelijk te verplichten hun collega aan te spreken en stappen te zetten als dat niet helpt. Dit stuit bij mij op meer bezwaar. Die regel geldt al op grond van een KNMG-richtlijn. Het zou wel eens contraproductief kunnen werken om deze ook van bovenaf op te leggen. Ik zie wél meerwaarde in ombuiging naar een plicht voor de Raad van Bestuur om elk ontslag wegens disfunctioneren te melden bij de Inspectie, zoals minister Schippers lijkt te willen doen. Dat kan meehelpen te voorkomen dat disfunctionerende artsen elders zomaar weer aan de slag kunnen.
Een meldplicht kan dus zeker zinvol zijn, maar vergt goede doordenking. En daar lijkt het soms aan te ontbreken. Voorlopig mag het van mij in elk geval best even droog blijven op het meldplichtenfront…
[1] Kamerstukken I, 2010-2011, 32015, nr. A.
[2] Zie de toelichting op art. IJa van het wetsvoorstel dat de geneesmiddelenwet gaat wijzigen, Kamerstukken II, 2010-2011, 32196, nr. 7, p.7.
[3] Zie rapport NHG en KNMP ‘Voorstel standaardlijst voor geneesmiddel met reden van voorschrijven’ (2008).
Auteur: Robinetta de Roode, adviseur gezondheidsrecht KNMG