Het risico voor kinderen om eczeem en allergie te krijgen is lager als de moedermelk een hoog gehalte van vacceenzuur en rumenzuur bevat. Dat blijkt uit onderzoek bij driehonderd borstvoedende moeders en hun kinderen door onderzoekers van de Universiteit Maastricht.
Deze vetzuren zijn hoofdzakelijk afkomstig van herkauwers. Het was al bekend dat omega-3 vetzuren (de visvetzuren) in moedermelk een beschermend effect heeft tegen het ontstaan van eczeem bij jonge kinderen. Op basis van experimenten bij muizen hadden de onderzoekers het vermoeden dat ook een ander vetzuur, rumenzuur, beschermt tegen het ontstaan van eczeem en allergie. Zij hebben dit nu bevestigd bij kinderen. De studie maakt deel uit van het KOALA-onderzoek, en verscheen onlangs in de online uitgave van het wetenschappelijke tijdschrift Allergy.
In het KOALA onderzoek worden 2.800 Nederlandse kinderen gevolgd vanaf de geboorte. Driehonderd deelnemende moeders stonden een klein beetje moedermelk af voor onderzoek naar de samenstelling van immuunfactoren en vetzuren. De kinderen werden (en worden nog steeds) gevolgd om te kijken naar de ontwikkeling van eczeem, allergie en astma. In het huidige artikel worden de resultaten gepresenteerd over de vetzuursamenstelling van de moedermelk en het risico op eczeem en allergie in de eerste twee levensjaren van het kind.
De onderzoekers vonden dat de kans op het ontwikkelen van eczeem en allergie lager was als de moedermelk hogere gehaltes bevatte van omega-3 vetzuren, de zogenaamde visvetzuren. Dit was al bekend uit twee vergelijkbare onderzoeken van moedermelk, één in Nederland (PIAMA onderzoek) en één in Australië. Nieuw was echter dat ook andere vetzuren zo’n beschermend effect lieten zien: vacceenzuur en rumenzuur.
Vacceenzuur is een transvetzuur dat vooral in melk voorkomt, en waarv an de zuivelindustrie beweert dat het minder schadelijk is voor de gezondheid dan de transvetzuren die ontstaan bij het industrieel harden van vetten. Rumenzuur is een vetzuur dat in de pens van herkauwers wordt geproduceerd door bepaalde bacteriën. Beide vetzuren komen vooral voor in vlees- en melkproducten afkomstig van herkauwers, zoals koemelk, geitenkaas en rund- en lamsvlees. In de Nederlandse voeding zijn koemelkproducten de belangrijkste bron. Vooral zuivelproducten van biologische oorsprong zijn rijk aan deze vetzuren.
Deze herkauwersvetzuren komen via de voeding van de zwangere terecht bij het ongeboren kind, en via de moedermelk bij de zuigeling. In een eerdere studie lieten de onderzoekers van de Universiteit Maastricht zien dat de gehaltes van deze vetzuren in de moedermelk hoger zijn naarmate de moeder meer zuivelproducten eet, en vooral als deze van biologische oorsprong zijn. Maar ook bij moeders die geen melkproducten of vlees gebruiken worden nog klein e hoeveelheden van deze vetzuren in de moedermelk gevonden, wat er op wijst dat deze ook mondjesmaat door de moeder zelf worden geproduceerd.
In het KOALA onderzoek werd eerder al gevonden dat het gebruik van biologische voeding door moeder en kind gepaard gaat met een lager risico op het ontwikkelen van eczeem bij het kind. Dit effect was beperkt tot biologische zuivel en werd niet gezien voor andere biologische producten. Het huidige onderzoek geeft hiervoor een mogelijke verklaring: de hoge gehaltes aan herkauwersvetzuren in biologische zuivelproducten.
Talloze onderzoeken wijzen op een beschermend effect van borstvoeding op het ontstaan van eczeem, allergie en astma, maar er zijn ook veel onderzoeken die dit weerspreken. Deze tegenstrijdigheid is te verklaren met het resultaat van de huidige studie. Deze laat immers zien dat het beschermende effect afhangt van de vetzuursamenstelling van de moedermelk, die op haar beurt weer wordt bepaald door de voeding van d e moeder. Moedermelk dient als voorbeeld voor de samenstelling van kunstvoeding voor zuigelingen, en daarom kunnen de resultaten ook helpen bij het bepalen van de optimale vetzuursamenstelling van zuigelingenvoeding.
De KOALA Birth Cohort Study ( www.koala-study.nl) staat onder leiding van dr Carel Thijs, universitair hoofddocent bij Maastricht University/ CAPHRI School for Public Health and Primary Care, en NUTRIM School for Nutrition, Toxicology and Metabolism. Hij is tevens de eerste auteur van de huidige studie:
Thijs C, Müller A, Rist L, Kummeling I, Snijders BEP, Huber M, van Ree R, Simões-Wüst AP, Dagnelie PC, van den Brandt PA. Fatty acids in breast milk and development of atopic eczema and allergic sensitisation in infancy. Allergy 2010 Jul 23. [Epub ahead of print; DOI: 10.1111/j.1398-9995.2010.02445.x. ] http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/20659079