In negen van de tien gevallen leidt het ontdekken van een medische fout tot aanpassingen in de werkwijze of in de protocollen, aldus zorgverleners die werkzaam zijn in de medische sector.
Dit blijkt uit het vandaag gepubliceerde derde VvAA-Trendonderzoek ‘Wat geld(t) in de zorg; medische fouten’ naar fouten in de medische sector. Voor dit onderzoek zijn 3000 zorgprofessionals – eerstelijns en tweedelijnszorgverleners – gevraagd naar hun ervaringen met fouten in de praktijk, uiteenlopend van administratieve kwesties tot meer serieuze zaken. Met een respons van 30% wordt duidelijk dat dit onderwerp breed leeft onder zorgprofessionals.
Impact is groot
Bijna de helft van de medisch specialisten (46%) ligt wel eens wakker van een gemaakte fout. Voor zorgverleners in de eerste lijn – zoals huisartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen – is dat 29%. De afgelopen jaren is de publieke aandacht voor medische fouten enorm toegenomen. Het medisch handelen van zorgprofessionals ligt zowel via de media als via internet – bijvoorbeeld in beoordelingssites – onder de loep. De angst om fouten te maken neemt daardoor toe. De ondervraagden geven aan dat de angst voor het maken van fouten de kwaliteit van de zorgverlening negatief beïnvloedt. Dit geldt voor een kwart (25%) van de eerstelijnszorgverleners en voor een derde (32%) van de tweedelijnszorgverleners. Aan de andere kant geeft een meerderheid van de ondervraagden aan in alle openheid te kunnen praten over medische fouten.
Agatha Hielkema, jurist bij VvAA Rechtsbijstand: “De zorgprofessional bevindt zich vaak in een paradoxale situatie. In zijn dagelijkse werk heeft hij de verantwoordelijkheid voor behandelvoorstellen en moet hij de regie over het zorgproces bewaken. Bij het oplossen van fouten of het voorkomen er van is de zorgprofessional afhankelijk van de houding van de patiënt en van andere interne medewerkers, zoals de klachtenfunctionaris, de Raad van Bestuur, etc. De oplossing voor fouten ligt ook lang niet altijd in handen van die ene zorgprofessional: het gaat om beleid, om procedures en om keuzes met mogelijkerwijs financiële gevolgen.”
Inzicht in fouten leidt tot verbeteringen
Alhoewel de angst voor het maken van fouten de kwaliteit van de zorgverlening negatief kan beïnvloeden, leiden medische fouten in de meeste gevallen tot aanpassingen van de werkwijze. Dit geldt voor 90% van de eerstelijnszorgverleners en voor 84% van de tweedelijnszorgverleners.
De helft van de eerstelijnszorgverleners geeft in het onderzoek aan dat zij wel eens fouten maakt. Dit geldt voor driekwart van de zorgverleners in de tweede lijn, de medisch specialisten. Zorgverleners geven aan dat zij medische fouten vooral bespreken met collega’s. In de eerstelijnszorg doet 85% dat en in de tweedelijn zelfs 92%. Opvallend is dat zorgverleners de angst voor gevolgen voor de patiënt aanzienlijk vaker als reden voor het niet melden noemen, dan de angst voor gevolgen voor henzelf. In de eerstelijnszorg geeft ruim de helft (52%) aan dat zij een fout weleens niet aan de patiënt hebben verteld, omdat de gevolgen ervan verwaarloosbaar klein waren, of omdat ze bang waren dat de toestand van de patiënt er niet beter op zou worden.
Meer aandacht in opleiding noodzakelijk
Tweederde van de ondervraagden vindt dat de medische opleidingen meer aandacht moeten besteden aan het onderwerp medische fouten. “Zorgverleners gaan heel serieus met hun werk om, zo blijkt uit het onderzoek, en bespreken fouten met collega’s om zaken te verbeteren”, constateert Agatha Hielkema. “Maar in opleidingen wordt duidelijk iets gemist. De patiënt heeft behalve informatie over de genomen maatregel vaak behoefte aan oog voor diens situatie en de impact op het leven van de patiënt. Hierover leren communiceren is een extra vaardigheid die belangrijk is voor een sector, waarin openheid en het vergroten van het reflecterend lerend vermogen belangrijk zijn, terwijl het risico op fouten voortdurend aanwezig is.“
Kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg nu nog ruim voldoende
Zorgverleners beoordelen de zorg nu als ruim voldoende op de punten kwaliteit en toegankelijkheid. Een op de vijf zorgverleners verwacht wel een verslechtering van de kwaliteit. Vergeleken met vorig onderzoek, in mei van dit jaar, is dit percentage echter een verbetering. Toen zag nog de helft van de respondenten de toekomstige kwaliteit somber in. Zorgverleners zijn minder positief over de toegankelijkheid in de toekomst. Bijna de helft (49%) in de eerstelijnszorg en 57% van de medisch specialisten verwachten een verslechtering.
Over het Trendonderzoek van VvAA
Vanuit haar centrale positie als ledenorganisatie en dienstverlener voor ruim 100.000 zorgprofessionals en zorginstellingen voert VvAA drie keer per jaar een Trendonderzoek uit. Aan dit onderzoek werken zowel bestuurders van ziekenhuizen en grote zorginstellingen als zorgprofessionals werkzaam in alle beroepsgroepen in de Nederlandse gezondheidszorg, mee. Naast een algemene toetsing van de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, gaat elk onderzoek in op een actueel thema.