Decennialang stond het voor wetenschappers en cardiologen vast: een stuk hartspier dat is afgestorven, bijvoorbeeld door een hartinfarct, groeit nooit meer terug. Omdat de volwassen hartspiercel zich niet kan delen, zoals bijvoorbeeld een huidcel dat wel kan om een wondje te herstellen.
Een onderzoeksgroep van de Universiteit Maastricht onder leiding van Prof. Leon de Windt toont nu aan dat, door te sleutelen aan microRNAs, de hartspiercellen wel degelijk weer kunnen worden ‘aangezet’ tot herstel. Hun onderzoek gepubliceerd in Nature Communications.
DNA van hartspiercellen
De onderzoekers hebben in het DNA van hartspiercellen ontdekt welke (drie) genen bijdragen aan hartspierceldeling en daarmee aan het gezochte herstel van het spierweefsel.
Het gaat om genen die in een hart van een embryo, dat nog moet groeien en waar de hartspierdeling dus nog wel plaatsvindt, sterk vertegenwoordigd zijn, maar die in een hart van een volwassene nog nauwelijks voorkomen.
Drie ‘gouden genen’
Via moleculaire technieken kun je met een aangepast virus vreemd DNA een lichaam binnenloodsen. De Maastrichtse onderzoekers hebben de drie ‘gouden genen’ via zo’n virus bij een proefdier ingebracht dat een hartaanval had gehad. Met positief resultaat: het hart herstelde zich, er was geen littekenweefsel meer.
Onderzoeksleider en hoogleraar moleculaire cardiovasculaire biologie Prof. Leon de Windt: “Bij een hartinfarct verliest een mens bijvoorbeeld een miljard van de vijf miljard hartcellen en die komen nooit meer terug. Er komt een litteken op het hart en de hartfunctie vermindert blijvend. Maar bij deze proefdieren begonnen de hartcellen zich opnieuw te delen om de verloren cellen te herstellen. Dat biedt perspectief op genezing die eerder niet mogelijk was.”
Ontwikkeling hartmedicatie
Het onderzoek dat nu in Nature Communications gepubliceerd is, vormt een belangrijke stap in de ontwikkeling van hartmedicatie met beter en meer blijvend resultaat voor patiënten.
Dat laatste is een belangrijk perspectief voor patiënten met een hartinfarct: op dit moment krijgt 1 op de 3 daarvan te maken met hartfalen in de eerste jaren na het infarct. In 2019 kwamen er ongeveer 35.000 mensen in het ziekenhuis terecht met een hartinfarct (cijfers Hartstichting).
Prof. Leon de Windt geeft aan dat de weg naar klinische toepassing nog lang kan duren: “Een belangrijke vervolgstap is onder meer het vinden van de beste toedieningsvorm, misschien in de vorm van een soort ‘vetbolletje’ zoals we dat nu kennen in het corona-vaccin van Pfizer/Moderna. Vervolgens ga je een testfase in die minimaal een jaar of zeven duurt met hoge kosten. Maar we zijn tevreden met de basis die we hebben gevonden: de drie ‘gouden genen’ die kunnen leiden tot een hartspier die wél zelf herstelt.”
Fotocredits: Robina Weermeijer