Hard werken: goed of slecht?

Het merendeel van de Nederlandse werknemers werkt over. Dit wordt bevorderd door onder meer wereldwijde concurrentie, het hoge tempo waarop innovatie plaatsvindt en de economische crisis.

Concurrentie, werknemer

Daarnaast hebben de ontwikkelingen op het gebied van ICT ervoor gezorgd dat werknemers kunnen werken waar en wanneer zij maar willen. Deze ontwikkelingen maken werk veeleisend en stimuleren, in termen van tijd en inspanning, grote investeringen in het werk.

In haar promotieonderzoek toont Ilona van Beek aan dat er ten minste twee vormen van hard werken kunnen worden onderscheiden: een ‘slecht’ type, werkverslaving, en een ‘goed’ type, bevlogenheid. In haar proefschrift licht zij een tipje van de sluier op met betrekking tot de oorsprong van beide vormen van hard werken.

Zo suggereren haar bevindingen dat werkverslaving en bevlogenheid gedeeltelijk hun oorsprong hebben in neurobiologie en de vroege socialisatie. Ook lijkt de sociale (werk) omgeving een rol te spelen. Waar werkverslaving voornamelijk gepaard gaat met ongunstige motivationele factoren, gaat bevlogenheid voornamelijk gepaard met gunstige motivationele factoren.

Daarnaast toont Van Beek aan dat werkverslaving voornamelijk gepaard gaat met negatieve gevolgen voor de werknemer en de organisatie, terwijl bevlogenheid voornamelijk gepaard gaat met positieve gevolgen.

Kortom, werkverslaving kan gezien worden als een negatieve vorm van hard werken, welke zo veel mogelijk tegengegaan dient te worden, en bevlogenheid als een positieve vorm van hard werken, welke van grote waarde is. Daarmee levert Van Beeks promotieonderzoek een beter begrip op van werkverslaving en bevlogenheid.

Ilona van Beek promoveert 9 mei 2014 op haar proefschrift ‘Understanding the dark and bright sides of heavy work investment: Psychological studies on workaholism and work engagement’ aan de Universiteit Utrecht.

Plaats een reactie