Mensen die rolstoelafhankelijk zijn kunnen buitenshuis beter een handbike gebruiken dan een ‘gewone’ rolstoel. Een optimale instelling van de handbike kan het risico op blessures door overbelasting verder verlagen. Daarnaast verbetert de handbike de fysieke gezondheid en de mobiliteit van mensen die rolstoelafhankelijk zijn. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Ursina Arnet.
We weten allemaal dat lichamelijke activiteit gezond is, maar dat geldt alleen als je het goed doet. Te veel of extra belastende lichamelijke activiteit kan tot overbelasting van gewrichten en pijn leiden. Voor mensen die afhankelijk zijn van een rolstoel is het risico op dergelijke overbelasting erg hoog. Dat komt doordat ze voor al hun bewegingen, inclusief het rijden in de rolstoel, afhankelijk zijn van hun armen. Ruim de helft van alle rolstoelgebruikers heeft dan ook schouderpijn.
Rijden in een ‘gewone’ rolstoel verhoogt het risico op blessures door overbelasting, onder meer doordat het relatief veel energie kost om vooruit te komen. Daarom gebruiken deze mensen alternatieve systemen zoals de handbike steeds vaker voor activiteiten buitenshuis, zoals boodschappen doen en het transport naar werk, sport of training.
Arnet vergeleek in het bewegingslaboratorium van de Vrije Universiteit rijden in de stoel met de handbike. Niet alleen is handbiken efficienter en minder vermoeiend, maar handbiken belast ook het schoudergewricht aanzienlijk minder. Bij rijden onder dezelfde omstandigheden hoefde bij het handbiken minder kracht te worden gezet. Verder onderzocht ze verschillende handbike-instellingen en ontdekte dat een positie met een relatief rechte rugleuning en een relatief verre positie van de ‘trapper’ die bij handbikes met de hand wordt aangedreven ten opzichte van de schouder het beste is voor de schouder.