Gunstig effect van matige alcoholconsumptie op hart- en vaatziekten opnieuw bevestigd

Twee overzichtsstudies in de British Medical Journal bevestigen de resultaten van eerder uitgevoerde analyses: matige alcoholconsumptie beschermt tegen hart- en vaatziekten. Bij mannen en vrouwen die dagelijks 1 tot 2 glazen alcoholhoudende drank consumeren is het risico op hart- en vaatziekten 14–25% lager dan bij niet-drinkers. Daarbij maakt het geen verschil of er wijn, bier of gedistilleerde drank wordt gedronken: het is de alcohol die het gunstige gezondheidseffect veroorzaakt.

Gezondheidsvoordelen
Uit het eerste artikel, waarin de resultaten van 84 epidemiologische studies op een rij zijn gezet, blijkt dat de kans op coronaire hartziekten bij consumptie tot 1,5 glas alcoholhoudende drank per dag met 25% is verlaagd. Ook bij hogere consumptie tot 6 glazen per dag blijkt er een dergelijk positief effect te zijn. Toch is dit geen vrijbrief om er maar op lost te drinken: bij consumptie van meer dan 3 glazen per dag is het er een verhoogd risico op een beroerte. Bovendien kan alcohol ook ongunstige effecten hebben op andere gezondheidsgerelateerde aspecten, zoals het risico op borstkanker en ongelukken. Maar uit de analyse blijkt dat, wanneer zowel de gunstige als de ongunstige effecten tegen elkaar worden afgewogen, de gezondheidsvoordelen van matig drinken de overhand hebben. Matige drinkers, tot 1,5 glas per dag, hebben – overall – een 13% lager risico op voortijdig overlijden dan niet-drinkers.

Causaal verband
In het tweede artikel zijn de resultaten van 63 interventiestudies meegenomen en is gekeken naar het effect van alcoholconsumptie op zogenaamde ‘biomarkers’ (indicatoren) voor hart- en vaatziekten.

Ook uit deze analyse blijkt dat matige alcohol gunstige effecten heeft. Diverse biomarkers die een beschermend effect hebben op hart- en vaatziekten worden door matige alcoholconsumptie gunstig beïnvloedt: het ‘goede’ HDL-cholesterol, apolipoproteine A1 en het gehalte van het ontstekingsremmende hormoon adiponectine nemen significant toe; het gehalte van de stollingsfactor fibrinogeen neemt significant af. Er is dan ook veel reden om aan te nemen dat er sprake is van een causaal verband.

Voorlichtingsboodschap
De onderzoekers van de universiteiten van Calgary (Canada), Texas (VS) en Harvard (VS) kwamen met hun uitgebreide publicaties omdat zij vonden dat het tijd was voor een up-to-date meta-analyse. In de afgelopen 10 jaar zijn er veel nieuw studies verschenen over matige alcoholconsumptie in relatie tot hart- en vaatziekten en er is nog steeds sprake van een levendig wetenschappelijk debat over het beschermende effect van alcohol. De auteurs geven aan dat de discussie zich nu zou moeten richten op de vraag hoe bovenstaande bevindingen op een verstandige manier geïmplementeerd kunnen worden in de klinische praktijk en in publieke voorlichtingsboodschappen over alcoholconsumptie.

Bronnen
Ronksley PE e.a. Association of alcohol consumption with selected cardiovascular disease outcomes: a systematic review and meta-analysis. BMJ 2011; 342:d671: doi10.1136/bmj.d671.

Brien SE e.a. Effect of alcohol consumption on biological markers associated with risk of coronary heart disease: systmatic review and meta-analysis of interventional studies. BMJ 2011; 342:d636 : doi:10.1136/bmj.d636.

Plaats een reactie