Goudzoekers in het Wilde Westen lieten zich nogal eens in de maling nemen door pyriet. Het mineraal lijkt bedrieglijk veel op een klompje ruw goud. ‘Fool’s gold’ heet het daarom ook wel, zegt promovendus Alex Hol van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR. ‘Maar zo dom waren ze toch ook weer niet: er zit wel degelijk goud in pyriet.’
Hol ontwikkelde een manier om dit onzichtbare goud uit pyriet (en het verwante arsenopyriet) te halen. Als een moderne goudzoeker of alchemist. Pyriet (FeS2) bevat een beetje goud. Zo’n honderd gram per ton erts, legt Hol uit. Maar dat goud laat zich niet makkelijk winnen. De gouddeeltjes zijn stevig vastgeklonken in het kristalrooster van het mineraal. ‘Maar met de huidige hoge goudprijs is het toch interessant genoeg om dat goud eruit te peuteren. In fabrieken zoals in Peru, Australië en Zuid-Afrika gebeurt dat dan ook.’
Zwavelzuur
De kunst is om het kristalrooster af te breken, zodat het goud vrij komt. De gangbare techniek is gebaseerd op oxidatie (chemisch of door bacteriën) van het ijzer in pyriet. Tot negentig procent van het goud is op die manier te oogsten. Maar duurzaam is het niet. Het proces kost niet alleen veel energie en zuurstof, maar levert ook zwavelzuur op als restproduct waar je weinig mee kunt. Hol gooit het over een heel andere boeg. Kern van zijn procedé is de reductie van het sulfide in pyriet door bacteriën.
‘Daarbij komt waterstofdisulfide vrij (H2S, het rottende-eierengas, red.) wat je gemakkelijk uit de oplossing kunt halen en opwerken tot elementair zwavel. Bio-reductie is een schitterend idee om pyriet af te breken’.
In de praktijk blijkt overigens toch eerst gedeeltelijke oxidatie van pyriet nodig. Het uiteindelijke recept van Hol is daarom een combinatie van bio-oxidatie en bio-reductie. Hij noemt zijn procedé Paroxsul: gedeeltelijke oxidatie van sulfiden.
Auteur: Roelof Kleis