Of biologische voeding gezonder is nog niet onomstotelijk aangetoond. Toch worden de bewijzen steviger, zeggen Huber en Lucy van de Vijver van het Louis Bolk Instituut in Dagblad Trouw.
Huber en Van de Vijver zetten zich in om de gezondheid van biologische voeding en de biologische leefstijl een wetenschappelijke onderbouwing te geven. Tijdens de eerste conferentie over dit thema in Praag (18-20 mei) presenteren ze een onderzoek naar ervaringen van consumenten die jaren geleden zijn overgestapt op biologische voeding. Driekwart van hen constateert ‘een betere weerstand’ en ‘sneller herstel na ziekte’.
Wetenschappers uit vijf continenten verzorgen 130 presentaties en ook vertegenwoordigers van de EU en FAO. Het thema is geaccepteerd. Huber noemt twee studies die voor Nederland van groot belang zijn geweest in het acceptatieproces. Louis Bolk Instituut, Wageningen Universiteit, TNO en Rikilt hebben een meerjarige studie gedaan naar de weerstand en het immuunsysteem van kippen. De kippen die na het ziek maken hun groei het snelst oppakten, waren diegene die biologisch voer hadden gekregen. In het tweede onderzoek – Louis Bolk en Universiteit Maastricht – worden kinderen gevolgd van moeders met verschillende leefstijlen. Kinderen die biologische zuivel kregen, hadden minder last van eczeem.
Bij studies waaruit geen verschil blijkt tussen biologisch en gangbaar voedsel blijkt, is vaak niet gekeken naar de herkomst van de voeding; producten zijn in de supermarkt gekocht. Van de Vijver: ‘Wij vinden het belangrijk dat er wordt gekeken naar verse producten van twee buurboeren, een gangbare en biologische. Bij gelijke omstandigheden, zie je wel verschillen.’
Een probleem in het onderzoel is de strakke definitie van ‘gezondheid’. Je bent gezond of ziek. Huber: ‘Veerkracht en het vermogen je aan te passen aan omstandigheden, zijn twee kenmerken die in de definitie horen. Deze vraag speelt nu ook bij de Gezondheidsraad.’