Gezinstherapie helpt drugsverslaafde pubers

Pubers die verslaafd zijn aan cannabis kunnen worden geholpen met gezinstherapie. Als vader en moeder meedoen aan de behandeling, lukt het ruim 60 procent van de jongeren om al binnen een jaar van het etiket ‘verslaafd’ af te komen. Dat blijkt uit onderzoek in vijf Europese landen waar de werking van de zogenoemde multidimensionele familietherapie (MDFT) is onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van het Erasmus MC.

In Nederland wordt de verkoop van cannabis gedoogd in coffeeshops. Hoewel Nederlandse jongeren minder vaak hasj en wiet gebruiken dan leeftijdsgenoten in een reeks van andere landen, is het Nederlandse cannabisbeleid mikpunt van internationale kritiek. De ministers en staatssecretarissen voor Volksgezondheid van Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland besloten daarom om samen wetenschappelijk te laten uitzoeken hoe het zit met cannabis.

Onderdeel van het onderzoeksprogramma was het vinden van een effectieve behandeling voor pubers die aan cannabis verslaafd zijn. De keuze viel op MDFT, een gezinstherapie die is ontwikkeld in Amerika. Bij MDFT neemt minstens één ouder deel aan de behandeling. In MDFT is de therapeut de spin in het web voor hulp aan het gezin. Hij of zij bemoeit zich met de jongere en het gezin en met de buitenwacht (school, werk, vrienden, vrijetijdsbesteding). De therapeut gaat zijn kantoor uit om het gezin thuis te spreken.

De vijf genoemde landen zetten samen een experiment op. Dit onderzoek vergeleek MDFT met de gangbare behandelingen in West-Europa: vormen van individuele psychotherapie bestaande uit behandelsessies met alleen de jongere. In Nederland ging het om cognitieve-gedragstherapie. MDFT kent ook zulke sessies, maar daarnaast ook sessies met de ouders en het hele gezin.

Er deden 450 pubers mee, en dus evenzoveel gezinnen. De jongeren waren niet alleen verslaafd aan cannabis. Ze hadden ook andere problemen. Eén op de drie was bijvoorbeeld pas nog gearresteerd. De behandeling duurde 6 maanden. Voor, tijdens en na de behandeling (tot 6 maanden na afloop) gingen onderzoekers na hoe het de jongeren verging.

MDFT en de gangbare behandeling waren allebei werkzaam. De pubers minderden hun gebruik van cannabis. MDFT was echter wèl effectiever dan gangbare behandeling. Bijna alle jongeren waren verslaafd aan cannabis aan het begin van het onderzoek. De situatie veranderde in een jaar tijd: 62 procent van de pubers die behandeld waren met MDFT bleken niet meer verslaafd te zijn, tegen 48 procent bij gangbare behandeling. De meeste jongeren gebruikten nog steeds wel cannabis, maar niet zodanig dat het hun leven ernstig verstoorde.

MDFT is sterk in het motiveren van pubers en gezinnen om in behandeling te gaan en te blijven. In het onderzoek maakte ruim 90 procent van de jongeren (en gezinnen) de behandeling naar behoren af als het ging om MDFT. Bij de gangbare therapie was dit tientallen procenten minder; in Nederland maakte slechts een kwart van de jongeren de gangbare behandeling af.

MDFT werkt niet alleen goed uit op het gebruik van cannabis. De onderzoekers verwachten ook een positief effect op spijbelen en criminaliteit. Dit deel van het onderzoek loopt nog.

Het was opmerkelijk dat MDFT zo goed aansloeg. “Europese therapeuten dachten aanvankelijk dat de Amerikaanse behandelmethode niet zomaar overdraagbaar zou zijn naar Europa. Maar wat bleek: de Europese therapeuten konden beter met MDFT uit de voeten dan collega’s in Amerikaans onderzoek”, zegt onderzoeksleider Henk Rigter van het Erasmus MC. Het project liet zien dat Europese landen onderling sterk verschillen in jeugdzorg (inclusief jeugd-GGZ en jeugdverslavingszorg). Niettemin was MDFT effectief in elk van de vijf Europese landen.

Nederland is het centrum van MDFT in Europa. Er zijn MDFT-teams getraind of in training in België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Zweden en Zwitserland. Het aantal Europese teams ligt op 65. De Verenigde Staten (met 50 teams) zijn in vijf jaar tijd ingehaald.

Plaats een reactie