Door een tekort aan donororganen overlijdt een deel van de patiënten dat op de wachtlijsten staat. Op allerlei manieren wordt geprobeerd dit tekort weg te werken. Door iedereen donor te maken, tenzij men bezwaar maakt. Door organen langer en beter te bewaren. Door orgaandonatie van levende donoren. Ook naar de kwaliteit van organen wordt gekeken.
Is alleen het allerbeste goed genoeg of kun je ook een nier transplanteren waaruit zojuist een tumor is verwijderd? En hoe zit het met het doneren van organen na euthanasie? Op 16 november 2012 organiseert de commissie Ethiek van het UMC St Radboud een conferentie en debat over uiteenlopende aspecten van orgaandonatie.
De wachtlijsten voor transplantatie zijn lang en er is een voortdurend tekort aan donororganen. Veel patiënten met orgaanfalen sterven voordat er een orgaan beschikbaar komt. Daarom wil de overheid orgaandonatie stimuleren en zoeken hulpverleners naar kansen om het aanbod te verruimen. Maar is dit voldoende om de schaarste aan te pakken?
Nierdonatie na verwijdering tumor
De bestaande schaarste leidt soms tot onorthodoxe invalshoeken. Enige tijd geleden publiceerde een Japanse groep artsen in het American Journal of Transplantation de resultaten van het gebruik van ‘gerepareerde’ nieren voor donatie. De groep verwijderde tussen 1991 en 2006 bij 38 patiënten een nier vanwege diverse aandoeningen. Na uitname werden de zieke nieren zo goed mogelijk opgeknapt. In acht nieren zat bijvoorbeeld een kleine tumor, die eerst zo optimaal mogelijk werd verwijderd.
Alle gerepareerde nieren werden vervolgens getransplanteerd naar de ontvangers, die vooraf uitgebreid waren geïnformeerd en toestemming voor de transplantatie hadden gegeven. Na 1, 5 en 10 jaar was respectievelijk 93, 79 en 64 procent van de patiënten nog in leven. Van de gedoneerde nieren functioneerde na 1, 5 en 10 jaar nog 79, 52 en 43 procent (de ‘graft survival rate’). Bij de acht ontvangers van de nieren waaruit een tumor was verwijderd, werd geen terugkeer van nierkanker gezien. Bij één ontvanger werd na vijftien maanden in de gedoneerde nier wel een terugkeer van de kanker van de donor geconstateerd.
Longtransplantatie na euthanasie
Een van de sprekers op het symposium, de transplantatiechirurg Ernst van Heurn van het UMC Maastricht, gaat nader in op de kwaliteit van donororganen. Hoe lang en op welke manier kunnen we ze bewaren, wanneer ontstaat (zuurstof)schade en in hoeverre is die nog te repareren? Leonieke Kranenburg, psycholoog in het Psychiatrisch Centrum Delta, spreekt over altruïstische donatie: het belangeloos afstaan van een orgaan aan iemand op de wachtlijst. De schrijver AHJ Dautzenberg schreef er het boek Samaritaan over.
Interessant is ook het onderzoek van de Belg Dirk van Raemdonck, longchirurg in het Universitair Ziekenhuis Leuven en voorzitter van de Raad voor Transplantatie. Hij publiceerde vorig jaar in Applied Cardiopulmonary Pathophysiology een artikel over enkele longtransplantaties na euthanasie van de donor. Volgens hem zijn de resultaten uitstekend. Al eerder beschreven enkele artsen uit Luik in Transplant International de donatie van organen door een patiënte met het locked-in syndroom, nadat er volgens de regels euthanasie had plaatsgevonden. De artsen stellen dat orgaandonatie na euthanasie zeker is te overwegen als alle procedures zorgvuldig worden gevolgd: “Deze mogelijkheid kan het aantal transplanteerbare organen vergroten en biedt misschien troost aan de donor en zijn familie, omdat de levensbeëindiging van de patiënt nieuwe levenskansen biedt voor mensen die een donororgaan nodig hebben.”
Debat stimuleren
“Tijdens de conferentie Orgaandonatie: geschenk of offer? komen tal van actuele vragen en problemen aan de orde”, zegt organisator en klinisch (bio)ethicus Norbert Steinkamp. “Wat mag het doneren kosten? Hoe zit het met de levendige handel van organen die wereldwijd plaatsvindt? Welke waarden zijn van belang bij orgaandonatie en hoe dwingend mag het beroep op solidariteit zijn bij de donorwerving? We willen met deze conferentie het debat stimuleren over dringende morele kwesties rondom orgaandonaties en zoeken naar mogelijkheden om op verantwoorde wijze de zorg verder te verbeteren.”