Onderzoekers van het Erasmus MC hebben twee nieuwe typen van leukemie ontdekt bij kinderen met een T-cel acute lymfatische leukemie (ALL). De ontdekking kan leiden tot een betere diagnose van dit type leukemie bij aanvang van de ziekte zodat daarop de verdere behandeling aangepast kan worden. De onderzoekers publiceren het onderzoek deze week in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Cancer Cell.
ALL is de meest voorkomende vorm van kanker op de kinderleeftijd. Bij 1 op de 6 kinderen met ALL betreft het een T-cel ALL, die gepaard gaat met een hoger risico op falen van de behandeling met dodelijke afloop. Uit onderzoek door o.a. het Erasmus MC blijkt dat dit type van leukemie verschillende genetische varianten kent waarbij de gevoeligheid voor behandeling verschilt. Deze genetische variaties zouden in de toekomst gebruikt kunnen worden voor diagnostische testen bij kinderleukemie, waarbij de behandeling afgestemd kan worden op het risicotype.
Dr. Jules Meijerink en prof.dr. Rob Pieters, afdeling kinderoncologie in het Erasmus MC – Sophia Kinderziekenhuis, leiden een onderzoeksteam dat o.a. onderzoek doet naar de genetische oorzaken van het ontstaan van T-cel leukemie bij kinderen. Dit onderzoek heeft nu geleid tot de ontdekking van twee nieuwe genetische varianten van T-cel leukemie, die in ongeveer 20 procent van alle T-cel leukemieën bij kinderen voorkomt, en zelfs kan voorkomen in T-cel leukemie bij volwassenen. Eén van beide varianten met afwijkingen aan het NKX2-1 kankergen lijkt geassocieerd met een juist gunstige response op therapie. De tweede T-cel leukemie variant wordt gekenmerkt door afwijkingen die het MEF2C oncogen activeren. Deze laatste variant lijkt overeen te komen met een type van T-cel leukemie zoals recent beschreven door onderzoekers van het St. Jude Children’s Research Hospital te Memphis, USA, en waarvoor genetische oorzaken nog onbekend waren. Dat type wordt gekenmerkt door een hoog risico op therapie falen en terugkeer van de leukemie. Beide ontregelde genen, NKX2-1 en MEF2C, zijn nieuwe oncogenen die niet eerder zijn beschreven in relatie tot bloedkanker bij de mens.
Dr. Jules Meijerink: “Door onderzoek naar genetische oorzaken weten we nu welke oncogenen een belangrijke rol spelen in het ontstaan van meer dan 80 procent van alle T-cell leukemiën bij kinderen. Ons onderzoek dat gefinancierd wordt door o.a. KWF en KIKA, zal zich de komende jaren verder gaan richten op hoe deze oncogenen precies werken, en waar we met nieuwe geneesmiddelen deze leukemiën bij de bron zouden kunnen uitschakelen. Ondanks dat we met huidige chemotherapeutische middelen hele goede genezingspercentages halen bij kinderen is de ontwikkeling van nieuwe medicijnen noodzakelijk. Zo kunnen we nog gerichter de leukemiecel uitschakelen en schade aan normale organen met mogelijk ernstige en langdurige gevolgen bij deze kinderen voorkomen.”