Onderzoekers van de Universiteit Utrecht werkten mee aan een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin staat beschreven welke belangrijke ontwikkelingen het geneesmiddelenonderzoek moet doormaken om aan te sluiten op de belangrijkste behoeften van patiënt en maatschappij.
De tweede editie van het ‘Priority Medicines for Europe and the World Report’ werd op 9 juli 2013 gepresenteerd in Brussel. Dit rapport wordt periodiek uitgebracht door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en geeft aan welke geneesmiddelen vanuit een volksgezondheidsperspectief het meest noodzakelijk zijn en langs welke weg ze ontwikkeld kunnen worden. De eerste editie van dit rapport verscheen in 2004.
Twee van de zes auteurs van het rapport, dr. Aukje Mantel-Teeuwisse en dr. Pieter Stolk, zijn verbonden aan de Universiteit Utrecht. Samen met hun onderzoeksgroep bekeken ze overkoepelende thema’s, zoals medicatie voor ouderen, kinderen en vrouwen, en personalised medicine. Daarnaast beschrijven ze het belang van goed ontworpen onderzoek en hoe innovatie gestimuleerd kan worden. “Klinische studies worden bijvoorbeeld meestal niet op kinderen uitgevoerd”, vertelt Mantel-Teeuwisse. “Ze krijgen daardoor vaak medicijnen toegediend die alleen getest zijn op volwassenen. Dit zorgt ervoor dat we te weinig weten van de effecten van geneesmiddelen in deze kwetsbare patiëntengroep.”
Maar ook bij volwassenen zijn de precieze effecten van therapieën soms onbekend. Mantel-Teeuwisse: “Het is van belang om goed te onderzoeken wat de effecten van geneesmiddelen op patiënten in de praktijk zijn, dat is vaak totaal anders dan in een klinische studie. In de dagelijkse klinische praktijk kunnen we veel gegevens verzamelen waardoor we beter begrijpen bij welke patiënten de beste resultaten worden bereikt en wat de risico’s zijn. Ook kan goed ontworpen onderzoek ons inzicht geven in hoe verschillende therapieën zich tot elkaar verhouden.”
Randvoorwaarden voor innovatie
De auteurs benadrukken in het rapport dat het belangrijk is om te kijken naar de randvoorwaarden voor innovatie. Stolk licht toe: “Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het stimuleren van de juiste samenwerking tussen het bedrijfsleven, de overheid en universiteiten. Zo kun je proberen onderzoek naar geneesmiddelen aan te laten sluiten op maatschappelijke behoeftes. Maar je moet ook kijken naar de regels voor markttoelating, die moeten niet te streng zijn, maar tegelijk wel de veiligheid, werkzaamheid en kwaliteit van nieuwe geneesmiddelen kunnen waarborgen. En natuurlijk zijn ook de prijzen van geneesmiddelen, altijd een heet hangijzer, van belang. Wat ons betreft zou je goed moeten kijken naar of je manieren kunt vinden om de prijs een reflectie van de waarde van een geneesmiddel te laten zijn, uiteraard zonder de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg uit het oog te verliezen.”
Mantel-Teeuwisse vult aan: “Tot slot beklemtonen we in het rapport dat we goed moeten kijken naar hoe je de betrokkenheid van patiënten en burgers bij de besluitvorming rond geneesmiddelenonderzoek, registratie en vergoeding vormgeeft. Dat ze een duidelijke rol hebben staat niet ter discussie, maar hoe we die rol concreet het beste kunnen invullen, daar moeten we nog veel over leren.”
Ziektebeelden
Een groot deel van het rapport bestaat uit 24 ziektebeelden en de farmaceutische behoeftes daarin. De aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, kanker, diabetes, depressie en gehoorverlies, zijn geselecteerd op hun wereldwijde en Europese relevantie. Echter, ook aandoeningen met een mogelijk grote toekomstige ziektelast, zoals antibacteriële resistentie en pandemische influenza passeren de revue. Het rapport besteed daarnaast aandacht aan de behoeftes rond ziekten die niet of nauwelijks in Europa voorkomen, zoals malaria en diverse andere tropische infectieziekten. In het nieuwe rapport leggen de auteurs ook de focus op risicofactoren (omstandigheden die de kans op een bepaald ziektebeeld vergroten, zoals roken of overgewicht) en diagnostiek.
Effect
Toen het eerste rapport in 2004 verscheen, zijn direct enkele initiatieven gestart om de hiaten binnen het geneesmiddelenonderzoek op te vullen. In Nederland betekende dat de inrichting van de onderzoeksportfolio van het Top Instituut Pharma en het onderzoeksprogramma ‘Priority Medicines’ van ZonMw. Op Europese schaal zal het nieuwe rapport een rol spelen bij de onderzoeksagenda van het Innovative Medicines Initiative (IMI), een samenwerking tussen de Europese Commissie en de European Federation of Phamaceutical Industries and Associations (EFPIA).
De totstandkoming van dit rapport is mede gefinancierd door de Europese Commissie en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Geneesmiddelenonderzoek meer inrichten op maatschappelijke behoeften – http://t.co/Pin7598Njw – @UniUtrecht
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) July 23, 2013