Gemeenten draaien op voor gevolgen van het kabinetsbeleid

Gemeenten draaien op voor de gevolgen van het kabinetsbeleid van de komende jaren. Het kabinet gebruikt haar bezuinigingsopgave als aanleiding voor grootschalige veranderingen en vernieuwingen in o.a. de sociale zekerheid en zorg. Dit vernieuwen kost geld. Het kabinet is echter onrealistisch over de snelheid en de benodigde investeringen hiervoor en legt de rekening op het bord van de gemeenten. Dit zullen hun inwoners nadrukkelijk gaan merken in het voorzieningenaanbod dat gemeenten nog kunnen bieden.

Voor gemeenten zijn het ook financieel krappe tijden. Vorig jaar bleek dat gemeenten voorzieningen moesten treffen voor € 1 miljard aan directe verliezen op grondexploitatie. Gemeenten hebben dat al voor ongeveer € 800 miljoen gedaan. Een positieve ontwikkeling, omdat gemeenten op deze manier hun financiën gezond houden. Dit najaar verschijnt een nieuw rapport over de grondexploitatie en de verwachting is dat daaruit zal blijken dat de verliezen vorig jaar te voorzichtig zijn ingeschat. Gemeenten staan dus ook voor nieuwe grote opgaven. De verliezen op de grondexploitatie hebben een negatief effect op de financiële reserves van gemeenten. Daarnaast zullen de bezuinigingen van het kabinet en kortingen op het Gemeentefonds de komende jaren de financiële positie van gemeenten verder verslechteren. Uit de septembercirculaire blijkt dat het accres voor gemeenten € 179 miljoen lager uitvalt dan in het voorjaar verwacht. Hierboven op hebben gemeenten het afgelopen jaar al meerdere rekeningen van het kabinet gepresenteerd gekregen; € 200 miljoen korting op de Wmo; € 669 miljoen tekort op de WWB en € 50 miljoen korting (oplopend naar € 100 miljoen) op de algemene uitkering die het kabinet toeschrijft aan de vorming van regionale uitvoeringsdiensten. Bij elkaar al een rekening van € 919 miljoen.

Uit de bestuurlijke afspraken die gemeenten met dit kabinet hebben gemaakt blijkt duidelijk het financieel realisme van de gemeenten. Bij de decentralisatie van jeugd en zorg accepteren gemeenten omvangrijke taakstellingen. Dit realisme blijkt ook uit de terugkeer naar de ‘trap op, trap af’ systematiek voor het Gemeentefonds. Voor de ambities van het kabinet op het gebied van werk zijn geen bestuurlijke afspraken gemaakt. Dit omdat de gemeenten geen verantwoordelijkheid willen nemen voor de bezuinigingen op de SW en re-integratie. Dat herstructurering op bepaalde terreinen verbeteringen kan opleveren, bestrijdt de VNG niet. Het kabinet weigert echter onder ogen te zien dat de kostenvoordelen van hervormingen pas optreden nadat is geïnvesteerd in een verantwoorde en realistische overgang van de taken naar gemeenten. Ook de onafhankelijke Commissie Toekomst en Transitie Sociale Werkplaatsen bevestigt dit. Uit haar rapport blijkt dat het eindbeeld van het kabinet voor de SW realistisch is, het beoogde tijdpad wederom de rekening bij de gemeenten neerlegt.

Werk
De bezuinigingen op dit terrein zijn enorm. Herstructurering van het domein is noodzakelijk en wordt aangepakt door gemeenten, bijvoorbeeld bij de herstructurering van sw-bedrijven en de samenwerking in arbeidsmarktregio’s. Het tempo en de bijbehorende financiële afspraken waarin het kabinet deze bezuiniging wil realiseren komen niet overeen met het tijdpad en de benodigde financiën die nodig zijn om de herstructurering verantwoord te laten verlopen.

De bezuinigingen betekenen een groot financieel risico dat door het kabinet grotendeels bij gemeenten wordt gelegd. Nu al komen gemeenten miljoenen te kort op de WWB. Op iedere uitkering die gemeenten moeten verstrekken, leggen zij zelf al € 570 per jaar toe. Daar bovenop worden gemeenten ook nog aanzienlijk gekort op de re-integratiebudgetten. Het kabinet meent dat iedereen die kan werken ook moet werken, maar door gemeenten de re-integratiebudgetten hiervoor te ontnemen, legt zij de kosten voor haar ambitie bij gemeenten neer. En door invoering van de gezinsbijstand (het invoeren van een huishoudtoets) zullen meer en meer gezinnen een beroep moeten doen op gemeenten voor schuldhulpverlening.

Zorg
Het kabinet wil in volle vaart doorzetten met de decentralisatie van de begeleiding vanuit de AWBZ naar de Wmo, maar kan nog steeds niet aangeven met welk budget gemeenten deze omvangrijke operatie moeten uitvoeren. Het bedrag zweeft ergens tussen de 2 en 3 miljard, een fors bandbreedte waarover voor gemeenten dus nog helemaal geen zekerheid is. Ook is er nog geen zekerheid over de inhoud van de wet die hieraan ten grondslag ligt, want die is nog steeds niet naar de kamer gestuurd. Burgers maken zich bovendien grote zorgen over de afschaffing van pgb’s per 2013. Gemeenten zijn hierover net zo bezorgd, in de eerste plaats omdat dit hun inwoners treft. Maar ook omdat gemeenten straks de consequenties hiervan aan hun inwoners mogen uitleggen aangezien de afschaffing juist ingaat op het moment dat de begeleiding overgaat naar de gemeenten. Het kabinet slaagt er nog steeds niet in aan te geven welke risico’s deze afschaffing met zich meebrengt voor de regelingen die door gemeenten worden geboden. Met alle financiële risico’s voor gemeenten. Daar bovenop komt de structurele korting van 200 miljoen euro die dit jaar is ingegaan voor de huishoudelijke hulp in de Wmo. Een korting die zeer tegen de zin van gemeenten leidt tot snijden in de Wmo-voorzieningen met pijnlijke effecten voor burgers tot gevolg, het vertrouwen van gemeenten schaadt en zorgt voor een valse start van de overdracht van de AWBZ naar de Wmo.

Politie en veiligheid
De ruimte voor lokale prioriteiten in de politie inzet hoort verankerd te worden in de bedrijfsvoering van de politie. In het politiebestel moet volstrekt transparant zijn welke politiezorg en dienstverlening lokaal kan worden geleverd. Daarnaast moet het gebiedsgebonden karakter organisatorisch geborgd worden, op lokaal maar ook bovenlokaal niveau. Sommige voor gemeenten belangrijke veiligheidsproblemen kunnen alleen op bovenlokaal niveau worden aangepakt, maar hiervoor wordt in het wetsvoorstel weinig concreets geregeld. Het wetsvoorstel introduceert wel een regionaal veiligheidsplan, voor 4 jaar en op het niveau van de tien nieuwe arrondissementen/politieregio’s. Dat is een schaal die voor gemeenten niet werkbaar is omdat deze niet aansluit op de schaal van samenwerkingsverbanden op het gebied van veiligheid. De toelichting op de wet laat weliswaar de ruimte open dat in de driehoek afspraken kunnen worden gemaakt over prioriteiten voor onder andere het dienstverleningsniveau van politie aan burgers en informatie-uitwisseling, maar regelt dat niet in de wet zelf. Wij wensen een aanvullende wettelijke bepaling. Ook vinden we dat (regio)burgemeesters niet een keer in de vier jaar, maar jaarlijks kunnen meebeslissen over de verdeling van politie-inzet. Tevens worden gemeenten ernstig getroffen door de korting van het kabinet op het veiligheidsbeleid. Investeringen in veiligheid en leefbaarheid leveren meer op dan alleen een hogere veiligheidsbeleving. Ze brengen en houden mensen op het rechte pad en voorkomen hogere uitgaven voor repressie en opsporing. Ook in tijden van economische krapte kan hier niet op bezuinigt worden.

Identiteitskaarten
De uitgifte van de Nederlandse identiteitskaart is door een uitspraak van de Hoge Raad gratis geworden. Alle gemeenten hebben deze verandering m.b.t. het niet meer mogen heffen van leges, per direct uitgevoerd. De rekening, voor het uitvoeren van de wettelijke verplichte taak voor gemeenten, dient echter volledig door het kabinet te worden voldaan. Deze rekening (€ 40 miljoen) kan niet bij de gemeenten worden neergelegd.

Tot slot
Gemeenten worden geconfronteerd met grote bezuinigingen, terwijl zij voor aanzienlijke maatschappelijke opgaven worden gesteld. Zelfs in die lastige omstandigheden laten gemeenten financiële realiteitszin zien en kiezen zij er niet voor de lokale lasten te verzwaren. Het kabinet heeft ook aangegeven dit van de gemeenten te verwachten. Het is dan extra zuur dat het kabinet wel ingrijpt in het gemeentelijke belastinggebied door de precariobelasting af te schaffen. Gemeenten kunnen bezuinigingen alleen realiseren als hun autonomie in stand blijft, daarvan is een substantieel eigen belastinggebied een essentieel onderdeel. Maar hoe dan ook zullen de inwoners stevig geraakt gaan worden door de bezuinigingen van het kabinet.

Plaats een reactie