De Nationale Hoorstichting is samen met de muziekbrancheorganisaties VVEM en VNPF een convenant overeen gekomen, om geluidsmaatregelen te nemen op muzieklocaties. Medewerkers van podia worden beschermd tegen hard geluid door de ARBO-wetgeving en omwonenden worden beschermd tegen overlast door milieuwetgeving.
Voor bezoekers van muzieklocaties ontbreken echter beschermende regels voor het gehoor. In het convenant zijn afspraken gemaakt over maximale geluidsniveaus, informatievoorziening aan bezoekers en de beschikbaarheid van gehoorbescherming.
Doel van het convenant is een veiliger gehoorklimaat te creëren voor bezoekers van muzieklocaties. Hierbij wordt rekening gehouden met het gegeven dat bezoekers van muziek willen genieten. Uitgangspunt van het convenant is dat het gehoor van de bezoeker zowel de verantwoordelijkheid van de muzieklocatie en de muziekproducent, als van de bezoeker zelf is. De locatie en de producent zullen zich houden aan een volumegrens van 103 dB(A), de bezoekers informeren over het geluidsniveau en de gevolgen ervan en zorgen dat er gehoorbescherming verkrijgbaar is. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van de bezoeker om voor zichzelf te bedenken of hij het eventuele risico op gehoorschade bij dat geluidsniveau aanvaardbaar vindt, of dat hij gehoorbescherming zal dragen.
Bezoekers hebben behoefte aan bescherming, zo blijkt uit recent onderzoek in Nederlandse clubs; ruim 80% van de stappers vond de muziek te hard en eenzelfde percentage had pijnlijke oren na het stappen. Volgens wetenschappelijk onderzoek komen er dan ook elk jaar ruim 20.000 jongeren met gehoorschade door vrijetijdslawaai bij.
Het maken van afspraken over geluid in de muziekbranche is een gevoelige kwestie, omdat een deel van de organisatoren nog niet bewust met het geluidsbeleid bezig is. De grens van 103 dB(A) is op dit moment praktisch gezien het hoogst haalbare. Dat de Nationale Hoorstichting toch akkoord is gegaan heeft te maken met het totale pakket aan maatregelen. In combinatie met actieve voorlichting en de beschikbaarheid van gehoorbescherming kan het publiek nu een geïnformeerde keuze maken. De maximumnorm van 103 dB(A) voorkomt in ieder geval excessen van overmatige geluidsbelasting.
In de loop van het jaar zullen naar verwachting nog meer partijen zich bij het convenant aansluiten. Daarnaast zal de Nationale Hoorstichting in het najaar een actieplan presenteren om de muzieklocaties te ondersteunen bij de naleving van de afspraken in het convenant.