Eerste resultaten Maastricht Studie

Eerste analyses van De Maastricht Studie laten zien dat risicofactoren voor hart- en vaatziekten vaker en geclusterd voorkomen bij Limburgers. Deze gegevens verklaren mogelijk de hogere sterfte van Limburgers aan hart-en vaatziekten.

Onderzoekers van De Maastricht Studie, wereldwijd de grootste cohortstudie naar oorzaken en gevolgen van diabetes type 2 en andere chronische ziektes, presenteren hun eerste, voorlopige resultaten aanstaande vrijdag 12 april 2013 tijdens een wetenschappelijke bijeenkomst in Maastricht.

De Maastricht Studie (DMS) ging twee jaar geleden van start met het meten van de eerste deelnemers. Diabetespatiënten uit Maastricht en omgeving worden vergeleken met een controlegroep van willekeurig gekozen bewoners uit dezelfde regio. In totaal zullen tienduizend mensen uit de regio gedurende tien jaar worden gevolgd. Hun gezondheid wordt uitgebreid in kaart gebracht aan de hand van tal van tests en metingen. Inmiddels doen er 2500 deelnemers mee aan het onderzoek. Van ruim 800 van hen zijn de data nu geanalyseerd. Dat levert een eerste inzicht op in de risicofactoren die tot diabetes type 2 en hart- en vaatziekten leiden.

Aanleg
Die risicofactoren zijn onder meer een te hoge bloedsuikerwaarde op de nuchtere maag, een te hoge bloeddruk, een te laag gehalte van het gezonde HDL-cholesterol, een te hoog algemeen vetgehalte in het bloed en een te grote buikomvang. Wie drie van de vijf afwijkingen heeft, loopt een drie tot vier keer grotere kans daadwerkelijk diabetes te krijgen en een twee tot drie keer grotere kans op hart- en vaatziekten.Waarom de risicofactoren meer voorkomen bij Limburgers, is niet onderwerp van onderzoek van de Maastricht Studie, maar veranderende maatschappelijke ingrediënten, zoals minder bewegen en een minder gezond eetpatroon, spelen daar zeker een rol in, naast de Bourgondische leefwijze van de Limburger.

Uit de data-analyse van de eerste 800 deelnemers aan De Maastricht Studie blijkt in de groep zonder diabetes 40 procent van de mannen en 26 procent van de vrouwen aanleg te hebben voor het krijgen van diabetes type 2. Dat levert een gemiddelde op van 33 procent, terwijl het landelijk gemiddelde 23 procent is.

Plaats een reactie