Een voedingspatroon verrijkt met omega-3-vetzuren kan herhaling van ernstige gevallen van hart- en vaatziekten bij hartpatiënten niet voorkomen. Vrouwelijke hartpatiënten en hartpatiënten met diabetes hebben wel baat bij deze vetzuren.
Dat blijkt uit een tienjarig onderzoek onder bijna vijfduizend hartpatiënten in Nederland. Deze Alpha Omega Trial van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, met verrijkte margarines is wereldwijd het eerste dubbelblinde voedingsonderzoek naar de effecten van omega-3 vetzuren op hart- vaatziekten. Op grond van de uitkomsten van het onderzoek zien de onderzoekers geen aanleiding tot wijziging van voedingsadviezen.
De resultaten van de Alpha Omega Trial zijn zondag 29 augustus op het congres van de European Society of Cardiology in Stockholm gepresenteerd door de Wageningse hoogleraar prof. Daan Kromhout en tegelijk online gepubliceerd in het gezaghebbende The New England Journal of Medicine. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de cardiologieafdelingen van 32 Nederlandse ziekenhuizen. Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Hartstichting, de Amerikaanse National Institutes of Health (NIH) en Unilever R&D, Vlaardingen.
Uit het onderzoek blijkt dat weliswaar in de totale onderzoeksgroep geen gunstige gezondheidseffecten van de als ‘gezond’ te boek staande omega-3-vetzuren zijn geconstateerd. Echter, bij hartpatiënten met diabetes bleek de extra inname van visvetzuren het risico op dodelijke hartinfarcten met 50% te verminderen. Deze patiënten hadden ook minder last van ernstige hartritmestoornissen.
Bij vrouwelijke hartpatiënten die extra van het plantaardige vetzuur alfa-linoleenzuur kregen, was de kans op ernstige hart- en vaatziekten met een kwart verlaagd. Alfa-linoleenzuur reduceerde ook het risico op ernstige hartritmestoornissen bij de hartpatiënten met diabetes.
Voor het onderzoek kregen 4837 hartpatiënten van 60-80 jaar, die circa vier jaar eerder een hartinfarct hadden gehad, gedurende 40 maanden één van de vier speciaal voor deze trial geproduceerde margarines die ze dagelijks op hun brood smeerden. Eén groep hartpatiënten gebruikte een met visvetzuren verrijkte margarine die 400 milligram eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) bevatte. Een tweede groep ontving 2 gram van het uit o.a. sojaolie en walnoten afkomstige vetzuur alfa-linoleenzuur (ALA). Een derde groep kreeg de combinaties van de verschillende omega-3 vetzuren en een vierde groep een margarine zonder omega-3 vetzuren, de zgn. placebo. De patiënten, noch de onderzoekers wisten wie welke margarinevariant kreeg. De margarines waren niet van elkaar te onderscheiden in kleur, geur of smaak. Tijdens het onderzoek werden verschillende hart- en vaatziektes geregistreerd zoals hartinfarcten en beroertes, maar ook medische ingrepen, zoals dotterbehandelingen en bypassoperaties.
De onderzoekers constateerden dat in de onderzoeksperiode de patiënten bijzonder goed werden behandeld, bijvoorbeeld met geneesmiddelen tegen trombose (98%), hoge bloeddruk (90%) en verhoogd cholesterolgehalte (85%). Mede daardoor was het sterftecijfer als gevolg van hart- en vaatziekten ongeveer de helft van het verwachte aantal. De goede behandeling van de hartpatiënten verlaagde het risico op hart- en vaatziekten zo sterk dat daardoor een effect van omega-3-vetzuren wellicht moeilijk was aan te tonen.
In 1985 liet Kromhout in de Zutphen Studie zien dat bij gezonde mannen van middelbare leeftijd die een of twee keer per week vis aten, het risico op sterfte aan een hartinfarct sterk was verlaagd ten opzichte van mannen die geen vis aten. Later bleek uit interventiestudies dat dagelijks gebruik van capsules met 1-2 gram van de visvetzuren EPA en DHA het risico op sterfte aan hartziekten met 20% vermindert. Voor ALA waren er minder aanwijzingen voor een gunstig effect. De Alpha Omega Trial was er op gericht om na te gaan of een extra inname van omega-3-vetzuren, vergelijkbaar met de aanbevolen hoeveelheid voor de verschillende vetzuren, het risico op hart- en vaatziekten zou verlagen.
De onderzoekers benadrukken dat de uitkomsten van de Alpha Omega Trial geen aanleiding geven om voedingsadviezen, zoals de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad, te wijzigen.
De online publicatie: D. Kromhout, E.J. Giltay and J.M. Geleijnse, n–3 Fatty Acids and Cardiovascular Events after Myocardial Infarction. The New England Journal of Medicine online edition. http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMoa1003603.
Projectleider prof.dr. Daan Kromhout is Akademie-hoogleraar van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, KNAW, en hoogleraar Volksgezondheidsonderzoek aan Wageningen University.
Onderzoekscoördinator dr. J. Marianne Geleijnse is Universitair Hoofd Docent bij de afdeling Humane voeding van Wageningen University.
Dr. Erik J. Giltay is onderzoeksarts bij de Alpha Omega Trial en nu verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).