Teleconsultaties zouden ook in Nederland kunnen helpen om de zorg efficiënter te maken. Industrieel ontwerper Priscilla Esser deed op Ameland een proef met dit ‘dokteren op afstand’. Waar nu nog vaak naar de technologische mogelijkheden wordt gekeken, richtte Esser zich vooral op het gebruikersperspectief: wat gebeurt er in het contact tussen de arts en patiënt tijdens een teleconsult? Esser verwacht dat haar bevindingen de acceptatie van teleconsultatie zullen verhogen. Ze promoveert op donderdag 20 januari aan de TU Delft.
Tijdrovend
Consultaties tussen doktoren en patiënten met behulp van videoschermen, komen nog bijna niet voor in Nederland. Toch zouden deze ‘teleconsultaties’ de zorgsector kunnen helpen op het gebied van bereikbaarheid en kosten. De patiënt heeft als voordeel dat hij geen tijdrovende reis naar het ziekenhuis hoeft te maken. Dit voordeel kan voor de patiënt zeker opwegen tegen de nadelen van een minder direct, minder persoonlijk contact met de arts.
In de Nederlandse thuiszorg is dit soort ‘contact op afstand’ al langer geaccepteerd, maar daar liggen de zaken minder gevoelig. Het telecontact is daar eerder sociaal dan medisch van aard. Ook in het buitenland, waar de reisafstanden groter zijn, komen teleconsultaties al vaker voor.
Ameland
Onderzoeker en industrieel ontwerper Priscilla Esser deed onderzoek naar teleconsultaties. Ze voerde daarvoor onder meer een proefproject uit op Ameland: de Virtuele Polikliniek Ameland (genomineerd voor de Spider Award 2009 voor het meest innovatieve project in de zorg).
De Virtuele Polikliniek was bedoeld voor patiënten die bij de huisarts op Ameland komen en waarbij de huisarts overweegt of hij de patiënt doorstuurt naar de internist van ziekenhuis De Sionsberg in Dokkum. Via een teleconsultatie-systeem werden deze patiënten op Ameland verbonden met de specialist op het vasteland. Daarnaast zou de virtuele polikliniek ook gebruikt kunnen worden voor controleconsulten, bijvoorbeeld bij diabetespatiënten.
Ontwerpersaanpak
De ervaringen met de proef in Ameland waren in grote lijnen positief, vertelt Esser. Er kwamen geen fundamentele obstakels voor de verdere invoering van teleconsultatie in Nederland naar boven.
Esser keek vooral als industrieel ontwerper naar het teleconsultatie-systeem. ‘Als ontwerper heb je invloed op het systeem. Je mag verwachten dat een ontwerpersaanpak bij het ontwikkelen van teleconsultatie-systemen een positief effect heeft op de acceptatie ervan.’
‘Dit kan bijvoorbeeld zitten in het bepalen van het camerastandpunt of het toevoegen van een extra zijaanzicht. Sommige patiënten vinden het vervelend dat de dokter hen geen briefje met een recept kan geven. Daar zou je technisch gemakkelijk wat aan kunnen doen.’
Afstand
Esser bracht ook in kaart welke factoren een rol spelen bij de beleving van teleconsultaties. Zo kan de leeftijd van de patiënt meespelen, maar ook organisatorische en technische factoren.
‘Belangrijk is dat het heel erg verschilt per patiënt. Sommigen vinden bijvoorbeeld het gemis aan direct contact met de arts jammer; anderen vinden een beetje ‘afstand’ juist wel fijn. De aard van de aandoening kan hierbij ook nog verschil maken. Bij psychische aandoeningen is ‘afstand’ misschien wel een voordeel.’
Acceptatie
Esser ziet toekomst voor teleconsultatie-systemen in Nederland. Technisch is er volgens haar eigenlijk geen probleem en voor de patiënt kunnen er duidelijke voordelen zijn. ‘Toch is dit niet voldoende om teleconsultatie geaccepteerd te krijgen. Er moeten ook voordelen voor de artsen in het systeem zitten, niet alleen voor de patiënten. Bovendien moeten de vergoedingen voor de artsen goed geregeld zijn.’