Media-aandacht voor het dure borstkankergeneesmiddel Herceptin heeft geleid tot het vaker voorschrijven hiervan. De ziekenhuizen hebben echter een vastgesteld budget en daarmee gaat dit ten koste van andere categorieën kankerpatiënten.
Dit stelt hoogleraar Carin A. Uyl – de Groot bij de aanvaarding van haar leerstoel Health Technology Assessment van kwaadaardige nieuwvormingen en ziekten van het bloed aan VU medisch centrum.
Op donderdag 13 april spreekt zij haar inaugurele rede uit. Uyl stelt zich ten doel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van kanker te toetsen en te kwalificeren op medische effectiviteit en doelmatigheid. De doelmatigheid van een geneesmiddel is te berekenen in termen van kosten per kwaliteitsgecorrigeerd levensjaar. Uyl wil hiermee bereiken dat objectieve criteria gebruikt gaan worden als basis voor besluitvorming om bepaalde geneesmiddelen wel of niet in Nederland te vergoeden.
Uyl spreekt in haar rede haar zorg uit over het feit dat de recente media-aandacht voor deze ongelijkheid een andere vorm van ongelijkheid bewerkstelligt. Veel aandacht voor het middel Herceptin voor borstkankerpatiënten heeft er in korte tijd voor gezorgd dat het merendeel van de ziekenhuizen dit middel voorschrijft. Omdat de ziekenhuizen een vastgesteld budget hebben en 20% van de kosten zelf moeten betalen, gaat dit ten koste van andere patiëntengroepen en voor hen noodzakelijke geneesmiddelen.
Uyl mengt zich nadrukkelijk in de discussie rond de vergoeding van dure geneesmiddelen. De huidige situatie is dat sommige patiënten met een bepaalde vorm van kanker wel de beste en nieuwste medicijnen krijgen, en anderen niet. Uyl bepleit dat er voor de vergoeding van intramurale geneesmiddelen verplicht vooraf kosteneffectiviteitstudies worden verricht, net als dat nu bij extramurale geneesmiddelen het geval is.
Uyl is behalve hoogleraar aan VU medisch centrum, ook directeur van het institute for Medical Technology Assessment aan het Erasmus MC.