Wat maakt de één een diepe slaper en de ander een lichte slaper? Dat er sterke individuele verschillen bestaan in slaapkwaliteit is al lang bekend, maar over de hersenmechanismen die daar aan ten grondslag liggen vrijwel niets.
Fotocredits: Tom & Katrien, Broechem, België
In het laatste nummer van het toonaangevende Journal of Neuroscience lichten onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut een tipje van de sluier op.
Tijdens slaap staan de hersenen niet op non-actief. Ze produceren twee soorten heel specifieke elektrische activiteit: de zogenaamde trage golven en slaapspoelen. Hoe sterker het brein deze golven vertoont, des te geringer de reactie op omgevingsprikkels zoals geluid. De golven kunnen worden gezien als de bewakers van de slaap.
De onderzoekers maten bij veertien mensen individuele verschillen in de sterkte van deze golven gedurende de nacht. Ook maakten ze MRI scans om voor ieder de kwaliteit van de witte stof banen in de hersenen te bepalen. Het onderzoek liet zien dat de sterkte van iemands trage golven en slaapspoelen bepaald wordt door de kwaliteit van de belangrijkste snelle witte stof verbindingen tussen de verschillende hersengebieden. Deze zijn vergelijkbaar met de snelwegen op een wegenkaart.
De kwaliteit van de witte stof banen is gedeeltelijk erfelijk bepaald. De bevindingen geven daarom voor het eerst een mogelijke verklaring voor het feit dat ook slaapkwaliteit deels erfelijk bepaald is. De onderzoekers sluiten echter niet uit dat slaapkwaliteit ook zou kunnen bijdragen aan het onderhoud en de kwaliteit van de witte stof banen.
De onderzoeksgroep van Eus van Someren roept goede en slechte slapers op om via internet (www.slaapregister.nl) mee te helpen aan verder onderzoek naar individuele verschillen in slaapkwaliteit, omdat het de sleutel is tot een betere behandeling van de slecht begrepen chronische slapeloosheid.