Na een hartinfarct krijgt ongeveer een op de vijf patiënten klachten van depressieve aard. Deze patiënten lopen meer dan tweemaal zoveel risico om nieuwe hartproblemen te krijgen dan hartinfarctpatiënten die niet depressief worden. Pogingen de depressieve symptomen bij deze patiënten te verminderen, hebben nauwelijks resultaat. Ook de hartklachten nemen niet af door depressiebehandeling.
Marij Zuidersma bracht de samenhang tussen depressie en hartklachten nader in kaart. Ze stelt vast dat patiënten bij wie een depressiebehandeling niet aanslaat een verhoogd risico hebben op nieuwe hartproblemen. Hetzelfde geldt voor patiënten bij wie de depressieve symptomen na het hartinfarct toenemen en patiënten bij wie de depressie gedomineerd wordt door symptomen van vermoeidheid en uitputting. Dat de kans op nieuwe hartproblemen in de groep depressieve patiënten zo groot is, komt voor een groot deel doordat patiënten met depressieve symptomen een ernstiger hartziekte hebben. Maar ook therapieontrouw zou een rol kunnen spelen, suggereert Zuidersma. Zo is bekend dat depressieve hartinfarctpatiënten minder vaak deelnemen aan hartrevalidatie en er een ongezondere leefstijl op nahouden dan hartinfarctpatiënten zonder depressie.
Marij Zuidersma (Groningen, 1979) studeerde biologie te Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool SHARE. Het onderzoek werd mede gefinancierd door ZonMW. Zuidersma werkt inmiddels als postdoc bij de afdeling Epidemiologie in het UMCG.
Promotiegegevens
Promovendus: mw. M. Zuidersma
Proefschrift: Exploring cardiotoxic effects of post-myocardial infarction depression
Promotor(s): prof.dr. P. de Jonge, prof.dr. J. Ormel
Faculteit: Medische Wetenschappen
Datum: 12 oktober 2011, 16.15 uur
Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen