De academisering van de gezondheidszorg voor mensen met verstandelijke beperkingen krijgt een stevige impuls. Na de eerste leerstoel op dit gebied in Rotterdam, heeft nu ook het UMC St Radboud in Nijmegen een hoogleraar in de Geneeskunde voor mensen met verstandelijke beperkingen. Het is prof. dr. Henny van Schrojenstein Lantman-de Valk. Op 14 oktober houdt zij haar oratie.
Burgerschap
In Nederland leven ongeveer 115.000 mensen met verstandelijke beperkingen, dat is 0,75 procent van de bevolking. De maatschappelijke visie op deze mensen is de afgelopen jaren sterk veranderd, aldus Van Schrojenstein Lantman in haar oratie. Vroeger werden ze beschouwd als zwakzinnig; zieken zonder uitzicht op genezing. Later ontstond het inzicht, dat het leven van veel van de mensen met verstandelijke beperkingen niet uitzichtloos was, maar dat met de juiste ondersteuning een veelzijdige ontwikkeling mogelijk was. Naast dit inzicht ontstond het burgerschapsmodel. Dit houdt in, dat mensen met verstandelijke beperkingen meer en meer deelnemen aan diverse domeinen van de samenleving, zoals wonen, werken, onderwijs en recreatie. Ze zijn in groten getale verhuisd van de oude instellingen naar kleinere woonvoorzieningen in dorpen en steden. Hun gezondheid is echter kwetsbaar en ze krijgen niet altijd de zorg die ze nodig hebben. Ze leven vaak in armoede, met alleen een uitkering en veel extra kosten.
Gezondheidsproblemen
Onder de patiënten van een gemiddelde huisartspraktijk bevinden zich zo’n tien à vijftien personen met verstandelijke beperkingen. Zij consulteren hun huisarts gemiddeld 5,4 maal per jaar, tegenover gemiddeld 3,2 bezoeken van de andere patiënten en ze hebben ook andere gezondheidsproblemen. Epilepsie en psychiatrische problemen komen veel voor, net als overgewicht, een ongezonde leefstijl, huidklachten en meer eenvoudige klachten als oorsmeer. Ze zijn minder goed in staat hun eigen gezondheidsproblemen op te lossen en gebruiken minder huismiddeltjes en zelfmedicatie, zo stelt Van Schrojenstein Lantman. ‘Ze surfen doorgaans niet op het internet.’
Ook kunnen ze hun klachten vaak niet goed onder woorden brengen; ze zijn dan afhankelijk van de capaciteiten van familie of arts om hun klachten te interpreteren. Dit kan leiden tot verkeerde diagnoses en tot wat diagnostic overshadowing genoemd wordt. Dit is het onterecht aan de verstandelijke beperkingen toeschrijven van problemen, die in feite een psychiatrische of lichamelijke achtergrond hebben.
De deelname van deze groep aan preventieve gezondheidszorg, bijvoorbeeld borstkanker- of baarmoederhalskankerscreening is laag, onder andere omdat het schriftelijke voorlichtingsmateriaal voor hen minder toegankelijk is.
Zorgketen
Van Schrojenstein Lantman stelt een nieuwe zorgketen voor mensen met verstandelijke beperkingen voor. De eerste schakel in de zorgketen is een speciaal opgeleide verpleegkundige, die als vraagbaak fungeert voor praktische gezondheidsproblemen, zelfstandig geprotocolleerde werkzaamheden verricht, voorlichting geeft en tijdig gezondheidsproblemen signaleert. De huisarts kan vervolgens de gebruikelijke huisartsenzorg verlenen. Als de huisarts hier behoefte aan heeft, dan is een AVG (een specialistische arts voor verstandelijk gehandicapten) beschikbaar om, desgewenst samen met de huisarts, de patiënt te onderzoeken en te behandelen. Deze specialisten participeren ook in de tweede lijn, met name bij het behandelen van geassocieerde gezondheidsproblemen en meervoudige complexe aandoeningen.
Onderbouwing
De nieuwe hoogleraar wil vanuit haar wetenschappelijke positie een bijdrage leveren aan het ontwikkelen en onderbouwen van deze zorgketen. Ze gaat zich toeleggen op richtlijnontwikkeling voor diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende gezondheidsproblemen, ontwikkeling van scholing voor de diverse betrokken beroepsgroepen en ontwikkeling van een database voor patiëntgegevens, die gekoppeld kan worden aan het huisartseninformatiesysteem.