De huissleutels in een keukenla vol troep. Of dat ene briefje met aantekeningen op een tafel bezaaid met andere papieren. De mens is in staat om in een oogopslag, in een tiende van een seconde, te bepalen of een gezocht object aanwezig is te midden van een verzameling andere voorwerpen. We kunnen dat dankzij ons brein dat pijlsnel berekent hoe groot de kans is dat het desbetreffende voorwerp zich tussen de andere spullen bevindt.
Dat concludeert NWO-onderzoeker Ronald van den Berg. Het artikel over zijn onderzoek verscheen deze week in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Neuroscience.
Van den Berg onderzocht hoe ons brein te werk gaat als we een object zoeken te midden van andere objecten. Hij ontdekte dat dit heel efficiënt gebeurt. Zelfs als het voorwerp niet goed zichtbaar is, weten onze hersenen heel snel de juiste verbindingen te leggen. ‘Ons brein blijkt de beschikbare informatie zo goed mogelijk te gebruiken. We noemen dat optimaal zoekgedrag’, vertelt Van den Berg.
Optimaal zoeken betekent: het brein berekent hoe waarschijnlijk het is dat het gezochte object in het beeld aanwezig is. Alleen als die waarschijnlijkheid groter is dan 50% zegt het brein: ja, het gezochte voorwerp is er. ‘Je zou kunnen zeggen de mens een visuele detective is’, aldus Van den Berg.
Op basis van hun uitkomsten hebben Van den Berg en zijn collega’s met computersimulaties een neuraal netwerk gebouwd dat hetzelfde zoekgedrag vertoont als mensen. Met dit netwerk kunnen zij hun onderzoek verder uitbouwen.
Van den Berg heeft zijn onderzoek uitgevoerd aan het Baylor College of Medicine in Houston, Texas. Hij deed dit met een Rubiconsubsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Rubicon is bedoeld voor getalenteerde jonge wetenschappers die net zijn gepromoveerd. Zij krijgen met de Rubiconsubsidie de kans om twee jaar ervaring op te doen aan een universiteit of onderzoeksinstituut in het buitenland.