Op zaterdag 21 mei 2011 houdt patiëntenvereniging Hart & Vaatgroep, samen met het UMC St Radboud, een landelijke contactdag over hartritmestoornissen en boezemfibrilleren. In de ochtend zijn er drie lezingen waarbij antwoord wordt gegeven op vragen als: wat is een hartritmestoornis en wat is boezemfibrilleren? Wat zijn de symptomen en klachten en welke behandelmogelijkheden zijn er? En hoe kunt u prettig verder leven ondanks boezemfibrilleren. ’s Middags zijn er groepsbijeenkomsten over o.a. medicijnen, inspanning en sport en lotgenotencontact. Ook is er een informatiemarkt.
Afwijkend hartrime
Een gezond hart maakt normaal zo’n zestig tot zeventig slagen per minuut in regelmatig tempo. Als het hartritme afwijkt van het normale patroon, spreken we van een hartritmestoornis. Er zijn verschillende vormen van hartritmestoornissen. De meest voorkomende is boezemfibrilleren. Hierbij is er een verstoring van de elektrische prikkels in de boezems het hart. Dit veroorzaakt een onregelmatige samentrekking van de boezems en een veranderde bloedstroom. Mensen ervaren hierdoor vaak zeer snelle, onregelmatige hartkloppingen. Waarom iemand last krijgt van boezemfibrilleren is niet altijd duidelijk. Wel hebben mensen met hoge bloeddruk en hartfalen een verhoogd risico en speelt leeftijd een rol. Vanaf 65 jaar neemt het risico toe. Zo’n tien procent van alle ouderen boven de 80 jaar krijgt ermee te maken. De aandoening uit zich op verschillende manieren. Sommige patiënten krijgen acute aanvallen, bij anderen is het permanent aanwezig en weer anderen merken amper iets. De symptomen variëren sterk van een opgejaagd gevoel en snel kloppend hart tot juist een te trage hartslag, moeheid en inspanningsbeperkingen.
Speciale spreekuren
De afdeling Cardiologie van het UMC St Radboud is gespecialiseerd in de behandeling van boezemfibrilleren. Er zijn onder meer speciale polispreekuren en de afdeling biedt het volledige pakket aan behandelmogelijkheden. Cardioloog prof. dr. Joep Smeets: ‘In eerste instantie proberen we het hartritme te reguleren met medicijnen. Een andere mogelijkheid is een cardioversie, waarbij we het hart een schok geven. We kunnen ook chirurgisch ingrijpen, bijvoorbeeld door cryo-ablatie. Hierbij wordt via de lies een katheter tot in het hart gebracht. We zoeken dan de oorsprong van de ritmestoornis op en schakelen deze uit door bevriezing. In nauw overleg bepalen patiënt en arts welke behandeling het beste past bij zijn of haar situatie en levensstijl. Uiteindelijk streven we naar een zo goed mogelijke kwaliteit van leven voor de patiënten.’