Wanneer een gloeilamp in huis stuk gaat, vervangt tachtig procent van de mensen hem door een zuinige lamp. Dertien procent kiest voor een led-lamp en 68 procent voor een spaarlamp. Ze vinden dit soort lampen goedkoper in gebruik, lang meegaan en goed voor het milieu. Dit blijkt uit onderzoek door bureau GfK in opdracht van Milieu Centraal. Achttien procent van de mensen gebruikt opnieuw een gloeilamp.
Het kiezen van een zuinige lamp roept wel vragen op. Consumenten voelen zich onzeker over de hoeveelheid licht die zo’n lamp geeft, over de kleur van het licht en of hij wel in het armatuur past. Daarnaast willen ze weten of de lamp dimbaar is. “Er is een grote behoefte aan heldere informatie bij de kopers van spaar- en ledlampen”, zegt directeur Vera Dalm van Milieu Centraal.
De helft van de consumenten is positief over het verbod op de gloeilamp. Een kwart is negatief. De rest staat onverschillig tegenover het verbod op de gloeilamp. Mannen kiezen vaker een gloeilamp als vervanger van een kapot peertje dan vrouwen. Een mogelijke verklaring is dat mannen bij het kiezen van een vervangende lamp minder belang hechten aan het milieu.
Vanaf 1 september gaat de tweede fase in van het gloeilampverbod in de Europese Unie. Vanaf deze datum mogen heldere lampen van 75 Watt en hoger niet meer worden verhandeld door fabrikanten of importeurs. Alle matte gloeilampen zijn al verboden. In 2012 geldt het verbod voor alle gloeilampen voor consumenten. De tweede fase betekent ook dat vanaf 1 september op de verpakking van een lamp meer informatie over de eigenschappen staat, zoals de kleurtemperatuur en de dimbaarheid.
Milieu Centraal geeft mensen advies en uitleg over alternatieven voor de gloeilamp. Dit najaar voert Milieu Centraal een voorlichtingscampagne over zuinige verlichting, samen met het ministerie van VROM, de verlichtingsbranche en winkeliers.