Patiënten met een bipolaire stoornis hebben naast stemmingsstoornissen ook vaak problemen op het gebied van cognitief functioneren. Zo hebben sommige patiënten geheugenproblemen of kunnen zij minder snel informatie verwerken.
Cognitieve stoornissen gaan bovendien gepaard met een ernstiger ziektebeloop en vergroten de psychosociale en werk gerelateerde problemen van de patiënt.
Onderzoek van promovenda Marieke van der Werf-Eldering wijst uit dat bij bipolaire patiënten bepaalde cognitieve stoornissen, met name op het gebied van aandacht en snelheid, samenhangen met depressieve symptomen.
Eerdere studies wezen uit dat de samenhang tussen cognitieve stoornissen en depressieve symptomen mogelijk mede veroorzaakt wordt door een verstoring van het stresssysteem (de HPA-as). Hiervoor vond de promovendus geen duidelijke aanwijzingen. Klagen over het eigen cognitief functioneren blijkt niet samen te hangen met aanwijsbare cognitieve stoornissen, maar wel met depressieve symptomen, zo laat zij verder zien.
Van der Werf-Eldering concludeert dat bij de behandeling van bipolaire patiënten – naast het streven om de stemming te stabiliseren – rekening moet worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van cognitieve stoornissen. Ze stelt dat er meer consensus moet komen over hoe cognitieve stoornissen het best in kaart kunnen worden gebracht en hoe ze kunnen worden bestreden.
Marieke J. van der Werf-Eldering (Sneek, 1976) studeerde psychologie en geneeskunde te Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het onderzoek werd mede gefinancierd door AstraZeneca Nederland. Van der Werf werkt als psychiater in het Antonius Ziekenhuis te Sneek.
Promotie
Promovendus: mw. M.J. van der Werf-Eldering
Proefschrift: Cognitive dysfunction in bipolar disorder: between determinants and consequences
Promotor(s): prof.dr. W.A. Nolen, prof.dr. A. Aleman
Faculteit: Medische Wetenschappen
Datum: 11 april 2012, 12.45 uur
Plaats: Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Wanneer men werkelijk meer over cognitieve problematiek bij bipolaire stoornissen wil begrijpen, is het belangrijk om meer kennis over enkele zaken te krijgen, die bij diverse wetenschappers inmiddels wel bekend zijn maar bij veel behandelaars nog altijd niet.
Zo bestaat er een groot kennisgebrek over vitamine B12-tekort, waarvoor er een groot ‘grijs gebied’ bestaat waarbij wel degelijk tekort op celniveau kan bestaan, hiervoor zijn aanvullende tests beschikbaar (MMA, homocysteïne, en actief B12).
Daarnaast wordt er bij een gevonden tekort ook vaak niet adequaat behandeld. Bij neurolgische verschijnselen (waaronder psychiatrische problematiek, dementie, cognitieve problematiek), dient langdurig in hoge frequentie B12 injecties te worden gegeven, zoals ook te vinden is in het Farmacotherapeutisch Kompas (bv. 1 of 2 jaar lang 2x per week 1000mcg hydroxocobalamine per injectie, waarna gekeken kan worden of de frequentie langzaam verlaagd kan worden, tot een minimum van 1x per 2 maanden).
Voor wetenschappelijk onderbouwde informatie over oa testen, waarden waarbij een tekort kan bestaan (tot wel 350 pmol/L is aangetoond), eventueel aanwezige omstandigheden voor vertekend hoge uitslagen, behandeling etc. zie:
– http://home.kpn.nl/hindrikdejong/
Daarbij zou het interessant zijn mensen met een bipolaire stoornis te testen op vitamine D. Aangezien inmiddels via onderzoek bekend is dat bij deze stoornis sprake is van
auto-immuunproblematiek, is het zeer aannemelijk dat ook bij deze patiënten sprake is van een laag 0,25 OH en (te) hoog 1,25 OH, zoals bij andere autoimmuunziektes wordt gevonden.
Meer informatie hierover:
– http://b12vitaminetekortpodium.blogspot.com/2011/10/vitd-bepaling-25d-en-125d-zijn_6367.html (ook veel info over vit.B12; opnieuw zeer goed onderbouwd en aanvullend op 1e link)
– http://mpkb.org/home/pathogenesis/vitamind
– in Nederland heeft prof dr. P.T.A. Lips van het VUMC hierover gepubliceerd.
Cognitieve problemen kunnen zowel het gevolg van een vitamine B12 tekort zijn, als van een te hoog actief vitamine D, de 1,25 OH (Calcitriol).
Substitutie met extra vitamine D (dat bv ook in veel visolie supplementen zit) kan bij een hoog 1,25 OH diverse klachten, waaronder ook cognitieve en stemmingsproblematiek verder vergroten.
Helaas werden beide bij mij jarenlang niet onderkend, (net als bij vele anderen is mij inmiddels bekend) met alle gevolgen van dien. Maar met de juiste behandeling is enorme verbetering opgetreden, niet in de minste plaats op cognitief gebied, en konden zelfs gestelde diagnoses als ADD en bipolaire stoornis 1 door de behandelend psychiater naar de prullenbak worden verwezen, en behandeling worden afgesloten.
Na 3 jaar B12 therapie heb ik nog altijd geen terugkeer van symptomen van stemmingsproblematiek gehad, waar ik eerder nooit symptoomvrij geweest ben.
Voor meer informatie ben ik gaarne bereid verdere tekst en uitleg te verschaffen.
Mijn excuses voor de slechte verwoording in mijn 1e reactie: het is niet bepaald gemakkelijk in een dergelijk klein tekstveld te schrijven, zeker niet als niet duidelijk is hoeveel schrijfruimte er is. Hierdoor is mijn eerdere tekst niet bepaald optimaal, ook niet qua samenhang.
Vandaar dat ik graag nog puntsgewijs enkele aanvullingen neerzet ter verduidelijking van mijn betoog:
– Vitamine B12-tekort wordt vaak bij patiënten met auto-immuunstoornissen aangetroffen (als er goed op wordt getest en er ook oog is voor evt. aanwezige factoren die bepalingen kunnen vertekenen).
– Vaak hebben mensen met auto-immuunproblematiek meerdere auto-immuunaandoeningen, waarbij pernicieuze anemie (een vorm van vit.B12-tekort) veelal vergeten wordt in het rijtje aandoeningen.
– Er kan sprake zijn van pernicieuze anemie zonder dat er antistoffen worden gevonden, de test is slechts beperkt sensitief.
– Zowel een vitamine B12-tekort, als een te hoge actieve vitamine D (1,25 OH) kunnen oa (hevige) stemmingsschommelingen en cognitieve stoornissen veroorzaken.
– Ook wordt bij lyme-patiënten vaak een B12-tekort aangetroffen, een infectieziekte waarbij onderzoek al links met bipolaire stoornissen (en cognitieve stoornissen) heeft aangetoond. Ook bij patiënten met deze ziekte wordt een laag 0,25 OH bij en (te) hoog 1,25 OH gevonden.
Hier zijn nog tal van aanvullingen mogelijk, maar ik zal me tot deze beperken.
Beste Terence, ik heb met belangstelling je verhandeling gelezen. Dit soort ervaringen opschrijven kan anderen weer helpen om te zorgen voor de juiste onderzoeken. Hartelijk dank daarvoor. Graag ontvang ik je emailadres voor eventuele verder vragen. Met vr. gr. Janine den Ouden.
Beste Janine, mijn e-mailadres is: terence-f@orange.nl