Bij meer dan 95% van de kinderen met chronische buikpijn kan de buikpijn verholpen worden als er zorgvuldig onderzoek wordt gedaan, gevolgd door een gerichte behandeling.
Dit blijkt uit onderzoek van promovenda Carolien Gijsbers, kinderarts maag-, darm- en leverziekten, die op 20 december 2012 promoveert.
Chronische buikpijn komt voor bij tien tot vijftien procent van alle kinderen van vier tot zestien jaar. Ze hebben vaak jarenlang klachten; ze hebben veel schoolverzuim en beoordelen de kwaliteit van hun leven als minder goed dan vergelijkbare kinderen zonder buikpijn.
Tot nog toe werd aangenomen, dat slechts bij een gering percentage van deze kinderen een lichamelijke oorzaak gevonden kan worden en dat de buikpijn meestal berust op “stress”. Eerder onderzoek liet zien, dat met de gebruikelijke aanpak, bestaande uit geruststelling en leefstijladviezen, omstreeks 35 tot 50% van de kinderen klachtenvrij wordt. Op de lange termijn houdt dertig tot veertig procent buikpijnklachten.
In een onderzoek bij 200 kinderen met chronische buikpijn in het Juliana Kinderziekenhuis / HagaZiekenhuis in Den Haag vond Carolien Gijsbers, kinderarts maag,- darm- en leverziekten, bij ongeveer 20% van de patiënten een lichamelijke oorzaak voor de buikpijn.
De meeste anderen werden buikpijnvrij met laxerende maatregelen, hoewel zij in veel gevallen zelf niet hadden opgemerkt dat ze een verstopping hadden. Bij deze verstopping kan stress overigens wel een rol spelen. Vrijwel alle kinderen (99%) werden klachtenvrij en bleven dat gedurende een periode van tenminste zes maanden.
Deze onderzoeksresultaten openen nieuwe perspectieven voor patiënten met chronische buikpijn. Gijsbers: “Chronische buikpijn is vrijwel altijd behandelbaar. Artsen moeten zich meer verdiepen in een mogelijke lichamelijke oorzaak van de buikpijn en beter laxeren als er aan een niet-lichamelijke oorzaak wordt gedacht.”