Champignon geeft geheimen prijs

Onderzoekers hebben het genoom ontrafeld van onze bekendste paddenstoel: de champignon.

Daardoor is ook duidelijk geworden waarom de champignon zich op een humusrijke voedingsbodem beter thuis voelt dan andere paddenstoelvormende schimmels.

De onderzoeksresultaten betekenen een impuls voor de champignonteelt: nieuwe variëteiten kunnen worden gekweekt die nog geschikter zijn voor het omzetten van biomassa en voor menselijke consumptie. Het Centraalbureau voor Schimmelcultures (CBS-KNAW) leverde een belangrijke bijdrage aan het onderzoek.

Agaricus bisporus
De Agaricus bisporus, beter bekend als champignon, leidt een dubbelleven. Niet alleen is hij een populair bestanddeel van menige maaltijd, in de natuur is hij van groot belang voor het afbreken van biomassa op de bosbodem. Onderzoekers van een groot internationaal consortium hebben voor het eerst het genoom van twee variëteiten van de champignon in kaart gebracht. Vervolgens vergeleken zij dit genoom met de genomen van andere paddenstoelvormende schimmels. De champignon bleek te beschikken over een aanzienlijk grotere hoeveelheid van de genen die zorgen voor de afbraak van lignine en verwante verbindingen – verbindingen die in hoge concentraties aanwezig zijn in humusrijke omgevingen zoals compost en bladafval. De ontdekking bevestigt het grote belang van champignons voor de wereldwijde koolstofcyclus.

Ondergronds en bovengronds
De onderzoekers, onder wie Ronald de Vries en Alexa Patyshakuliyeva van het CBS, toonden ook het verschil aan tussen ondergrondse en bovengrondse activiteiten van de champignongenen. In het ondergrondse deel (het mycelium) domineren de genen die zich zorgen voor het afbreken van plantaardige biomassa; bovengronds blijken de genen die nodig zijn voor de groei van het vruchtlichaam dominant.

Het onderzoek is gepubliceerd in de Proceedings for the National Academy of Science (PNAS).

Plaats een reactie