Burgers en organisaties van de stad Maastricht zullen in de toekomst, nog meer dan nu, gebruik moeten maken van hun eigen vitaliteit om de kwaliteit van leven in de Maastrichtse samenleving te garanderen. De eigen menskracht van bewoners en het bundelen van krachten van verenigingen, organisaties en bedrijven vormen de motor om de sociale ambitie van de stad in te vullen.
De overheid en de beroepskrachten hebben een faciliterende en soms realiserende rol. Maar burgers zullen meer en meer zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen welbevinden. De overheid is er voor de meest kwetsbaren. Dat is de rode draad in de algemene kaders van de sociale visie die het college van Burgemeester en Wethouders in concept heeft vastgesteld.
Sociale visie
In de sociale visie staat de kwaliteit van samenleven centraal van de honderdduizenden mensen die de komende decennia (tijdelijk) inwoner van deze stad zullen zijn. Onderwerpen binnen de sociale visie zijn: werk en inkomen, zorg en welzijn, vrijwilligerswerk en burgerinitiatieven, sociale veiligheid, sport, cultuurparticipatie, onderwijs en leefbaarheid buurten. De kwaliteit van samenleven wordt beïnvloed door het fysieke, economische en sociale beleid. De structuurvisie en de economische visie zijn al eerder vastgesteld.
De sociale visie is naast de structuurvisie en de economische visie een van de pijlers van de totale stadsvisie.
De sociale ambitie van Maastricht is dat iedereen kan meedoen aan het sociaal, economisch en cultureel leven en dat ieder de kans heeft zijn talenten te ontplooien en zijn ambities te realiseren. Hiervoor is het nodig dat in ieders bestaanszekerheid is voorzien en dat iedereen wil bijdragen aan de kwaliteit van (samen) leven van anderen.
Transformatie
De komende jaren vindt landelijk een transformatie plaats van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij. De rol van de overheid verandert van organisator naar facilitator. Burgers zullen ieder voor zich en met elkaar moeten investeren in persoonlijke en collectieve ontwikkeling. Dat vraagt om samenwerking en sociale energie, die vervolgens ook veel positieve energie en welzijn oplevert. De overheid zorgt voor de basisvoorzieningen. Voor de meeste mensen (80%) is deze rol van de overheid voldoende. De overheid zal bijzondere aandacht blijven besteden aan de meest kwetsbaren en de ondersteuning die zij nodig hebben.
Decentralisatie van rijkstaken
Ook de gemeente Maastricht staat aan de vooravond van een grote ommekeer binnen het sociale domein. De gemeente krijgt er veel taken bij op het gebied van jeugdzorg, sociale zekerheid en maatschappelijke zorg. Het beschikbare budget dat mee overkomt van het rijk is slechts maximaal 75%. Dat zal onherroepelijk consequenties hebben voor voorzieningen en werkgelegenheid. De inzet van Maastricht is erop gericht om dit niet ten koste te laten gaan van de kwaliteit van leven van de meest kwetsbaren. De decentralisaties van de rijkstaken zullen in samenhang met elkaar worden uitgewerkt, zodat inzichtelijk wordt wat de consequenties zijn.
Een ander onderdeel betreft de transitie van het maatschappelijk vastgoed in de stad. Door allerlei ontwikkelingen ontstaat leegstand in sporthallen, gemeenschapshuizen, scholen en verzorgingshuizen. De opgave is om te komen tot een aanbod dat past bij de toekomst.
De gemeente Maastricht zal er de komende periode met minder (financiële) middelen voor zorgen dat iedereen zich verzekerd weet van een bestaan op een wezenlijk kwaliteitsniveau. Van daaruit kunnen burgers werken aan eigen ontwikkeling en groei. Daarnaast wil de gemeente burgerkracht stimuleren en talentontwikkeling ondersteunen.
Wat vraagt dat van de burger, de professional en de overheid?
Om de ambities te realiseren wordt van iedereen in de stad gevraagd de krachten te bundelen. Van burgers wordt gevraagd dat zij zich optimaal inzetten voor kwaliteit van leven voor zichzelf en van anderen. Van verenigingen wordt gevraagd dat zij zich open stellen voor iedereen en verbindingen aangaan waar mogelijk. Van professionals wordt verwacht dat zij zich in hun werk richten op het in hun kracht zetten van burgers i.p.v. alleen hulp verlenen. En van de gemeente wordt gevraagd dat ze het publieke belang bepaalt en bewaakt en een meer dienende rol gaat spelen.
Dit alles moet, ook in 2030, leiden tot een stad met sociale burgers, die veel verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en voor elkaar.
Vervolg
De visie die nu voorligt, is tot stand gekomen na een interactief proces met burgers, organisaties, gemeenteraad en adviesraden. De visie wordt op 21 mei besproken in de gemeenteraad van Maastricht. Nadat de visie is vastgesteld zal ze nader uitgewerkt worden met concrete voorstellen. Daarna volgt een inspraakproces en definitieve besluitvorming door de gemeenteraad van Maastricht.
Burgers zelf verantwoordelijk voor hun welbevinden – goo.gl/gY9KF – @uitmaastricht, #Maastricht
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) 26 april 2013