Bij een 14 jaar oude koe die eind 2010 is aangeleverd bij destructiebedrijf Rendac is BSE vastgesteld. Het aantreffen van deze BSE-koe past in de verwachting dat er in Nederland nog af en toe een BSE-geval wordt aangetroffen.
BSE, ook wel gekke koeienziekte genoemd, is niet besmettelijk. De BSE-koe was het derde BSE-geval in 2010.
Voorspelling CVI
Volgens het Centraal Veterinair Instituut in Lelystad kunnen we ervan uitgaan dat de komende jaren nog af en toe een BSE-geval wordt aangetroffen. Die voorspelling baseert het CVI op het feit dat in Nederland nog runderen in leven zijn die geboren zijn voor de Europese voedernorm (‘EU feed ban’) die op 1 januari 2001 is ingegaan. Vanaf die datum komt in rundveevoeder geen diermeel meer voor. BSE werd verspreid door besmet diermeel. De Europese voedernorm is zeer effectief gebleken.
De voorspelling van het CVI past ook in het beeld dat naar voren komt in de Europese Unie. De EU testte in 2009 in totaal 7.529.000 runderen op BSE en in slechts 67 gevallen werd die ziekte vastgesteld.
Testen op BSE
Alle dieren worden in het slachthuis getest op BSE. Dieren waarbij BSE wordt aangetroffen, komen nooit in de voedselketen terecht. Uit voorzorg worden ook die delen van koeien die het meest vatbaar zijn voor BSE (zoals de schedel, wervelkolom, amandelen, dunne darm), vernietigd.
Omdat koeien elkaar niet besmetten, is er geen aanleiding stallen te ruimen. Wel worden zoals gewoonlijk de dieren die in dezelfde tijd als het besmette rund op hetzelfde bedrijf zijn geboren of hetzelfde voer hebben gegeten en de nakomelingen jonger dan twee jaar onderzocht.