Boete leidt soms tot veiliger vlees

Een boetesysteem van de slager voor de toeleverende varkenshouders kan de voedselveiligheid verbeteren, maar werkt niet altijd. Dat concludeert Coen van Wagenberg, medewerker bij het LEI, onderdeel van Wageningen UR in zijn promotieonderzoek.

Een boetesysteem werkt goed bij leverafwijkingen bij varkens, veroorzaakt door een wormbesmetting. Varkens met een leverafwijking worden afgekeurd door de slachterij en moeten vernietigd worden. Dat leidt tot kosten. Voor 2005 hadden de varkenshouders hiervoor een collectieve verzekering. Toen hadden acht tot tien procent van de varkens een leverafwijking. Sindsdien is de verzekering vervangen door een boeteregeling: de boeren krijgen 1 euro minder voor een varken met leverafwijking. Het aantal afgekeurde levers is gedaald naar vier procent.

Korting
Van Wagenberg: ‘Belangrijk is: de boete staat als korting op de bon. De varkensboer krijgt het idee: ik laat hier geld liggen.’ Belangrijke voorwaarde is wel dat de boete niet hoog is – ‘Dan gaat de varkensboer naar een andere slachter’ – en dat de boer het probleem kan beheersen. In het geval van de leverafwijking is dat makkelijk: hij kan een antiwormmiddel geven.

Antibiotica
Bij antibioticagebruik werkt een boetesysteem minder goed. Varkenshouders moeten aan de slachterij doorgeven of ze in de twee maanden voor de slacht antibiotica hebben toegediend. Dat is wetgeving van de EU, die niet wil dat residuen van antibiotica in vlees terechtkomen. De slachterij controleert het vlees ook op residuen. Van Wagenberg legde de twee datasets naast elkaar en ontdekte dat er veel verschil was: Als er residuen van antibiotica in het vlees zaten, zei negentig procent van de boeren dat ze geen antibiotica hadden toegediend.

Per ongeluk
Van Wagenberg wijst er wel op dat antibiotica ook per ongeluk bij de slachtrijpe varkens terecht kan komen. Maar dat neemt niet weg dat de informatie van de varkenshouders onbetrouwbaar is. Een boetesysteem op deze informatie heeft geen zin, zegt Wagenberg. Een boetesysteem op basis van de controle in het slachthuis kan wel leiden tot minder varkens met antibiotica-residu en betere voedselveiligheid.

Wagenberg voerde zijn onderzoek uit bij VION. Die gebruikt de informatie van de varkenshouders nu op een andere manier. Als de slachter antibiotica aantreft gaat hij een gesprek aan met de varkenshouder. ‘Hierdoor neemt de boer zijn management onder de loep. En als de boer vaker problemen met antibiotica-residuen heeft, kan de slachter die boer uitsluiten van levering. Ze zijn er dus mee bezig.’

Auteur: Albert Sikkema

Plaats een reactie