Kinderen die opgroeien op een veeboerderij zijn beter beschermd tegen astma en allergieën. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de Universiteit Gent (UGent). Zij vonden een causaal verband tussen de blootstelling aan zogenoemd ‘boerderijstof’ en bescherming tegen astma en allergieën en ontdekten ook hoe dat precies in zijn werk gaat. Deze vinding is een grote stap in de richting van een astmavaccin. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science.
Dat het drinken van rauwe koeienmelk bescherming biedt tegen allergieën, is een gekende volkswijsheid. Een 14-koppig onderzoeksteam, onder leiding van onder andere Bart Lambrecht, hoogleraar aan het Erasmus MC (ook verbonden aan het VIB en UGent) toonde nu aan dat deze stelling ook een solide wetenschappelijke basis heeft.
Het was al langer vastgesteld dat kinderen die opgroeien op een veeboerderij beter beschermd zijn tegen astma en allergieën. Op de vraag waarom dat zo is, tastte de wetenschap tot voor kort in het duister. “Wat wij nu ontdekt hebben, is dat de link tussen boerderijstof en een bescherming tegen astma en allergieën echt bestaat. Daar zijn we achter gekomen door muizen bloot te stellen aan extracten van boerderijstof uit Duitsland en Zwitserland. Tests wezen uit dat deze muizen volledig beschermd waren tegen huisstofmijtallergie, de meest voorkomende vorm van allergie bij mensen,” zegt Lambrecht.
Naast dit causale verband ontdekten de wetenschappers ook het werkingsmechanisme: boerderijstof zorgt ervoor dat het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtwegen minder reageert op allergenen, zoals bijvoorbeeld huisstofmijt. “Dit effect wordt veroorzaakt door het eiwit A20, dat het lichaam produceert na contact met boerderijstof. Als we het A20-eiwit in het slijmvlies van de longen inactiveren, blijkt het boerderijstof niet meer in staat om allergie en astma af te remmen.”
Deze bevindingen werden vervolgens ook getoetst bij patiënten. Daaruit bleek dat mensen die last hebben van allergieën en astma een tekort hebben aan het beschermende eiwit A20. Het verklaart waarom zij zo sterk reageren op allergenen. “Bovendien stelden we bij een testgroep van 2.000 kinderen die opgroeien op een boerderij vast dat het grootste deel beschermd is. Zij die echter nog steeds allergieën ontwikkelen en dus niet beschermd zijn, hebben een genetische variant van het A20-gen waardoor A20 niet naar behoren functioneert.”
De conclusies van het team bieden openingen voor verder onderzoek. Zo proberen ze nu uit te zoeken welke actieve stof in het boerderijstof zorgt voor de bescherming. Als dat bepaald kan worden, is de ontwikkeling van een preventief medicijn tegen astma een mogelijke volgende stap.
“We hebben al een idee dat een deel van het antwoord ligt bij endotoxines, bestanddelen van de celwanden van specifieke bacteriën. Maar ongetwijfeld zijn er nog meer actieve stoffen die een rol kunnen spelen. De ontdekking van de manier waarop boerderijstof beschermt, heeft de wetenschap hoe dan ook op het goede spoor gezet naar de ontwikkeling van een astmavaccin en nieuwe allergietherapieën. Er zijn echter nog verschillende jaren onderzoek nodig voor die tot bij de patiënt komen,” zegt mede-onderzoeksleider Hamida Hammad van het VIB en UGent.
Dit onderzoek werd uitgevoerd aan de Universiteit Gent, binnen het Inflammatie Research Center van VIB in samenwerking met onderzoekers uit München, Rotterdam en Marseille.