Betere opsporing van kanker met microbubbels

Er kunnen meer tumoren worden opgespoord met een nieuwe diagnostische techniek met microbubbels. Dit zijn kleine gasbelletjes, voorzien van een ‘moleculaire kleefstof’. Gezwellen die voorheen bijna onvindbaar waren, kunnen met deze techniek wel zichtbaar worden gemaakt.

De nieuwe techniek heeft onderzoeker prof. dr. Hessel Wijkstra van de afdeling Urologie van het AMC en hoogleraar bij de Technische Universiteit Eindhoven, gisteren gepresenteerd op een congres over ‘microbubbels’ in Chicago. ‘Wij zijn de eersten die dergelijke bubbels gebruiken bij mensen. Ik zie een grote toekomst bij vele vormen van kanker.’

Wijkstra heeft samen met urologen onderzoek gedaan bij mannen met prostaatkanker. In bloed wijst het antigeen PSA op de aanwezigheid van een tumor. Er worden dan stukjes weefsel uit de prostaat genomen en onderzocht op kankercellen. Vaak is er in de prostaat niets te vinden ondanks het hoge PSA-gehalte. Als er kankercellen worden gevonden moet vaak de hele prostaat worden bestraald of eruit worden gehaald. Dat is een radicale ingreep.

De minuscule belletjes kunnen helpen. Ze worden in het lichaam gebracht en stromen mee met het bloed. Omdat ze klein zijn, is een afzonderlijk belletje tot in het kleinste bloedvat te volgen. ‘Vooral die kleine bloedvaatjes zijn van belang want die voorzien een tumor van voedingstoffen’, zegt Wijkstra. ‘Zie je op een echo een kluwen van microvaatjes dan is dat verdacht. Daar moet je weefsel prikken voor verder onderzoek.’

De bestaande belletjes zijn nog niet goed genoeg. De AMC-onderzoekers hebben ze daarom voorzien van een moleculaire staart waardoor ze kleven aan karakteristieke receptoren die te vinden zijn in prostaattumoren. ‘Dat werkt goed. Op een echo zie je soms dat belletjes op een bepaalde plaats blijven plakken. De tumor licht op als een kerstboom.’

De nieuwe belletjes moeten verder worden getest voor ze kunnen worden toegediend aan een grotere groep patiënten. Ook worden ze verder aangepast. Je kunt ze beplakken met moleculen voor allerlei receptoren. Omdat er veel ziekten zijn waarbij karakteristieke receptoren plaatselijk vaker voorkomen, zoals bij talloze soorten kanker, hart- en vaatziekten en chronische ontstekingen, kun je de belletjes gebruiken om de ziekte op te sporen. Wijkstra heeft veel ideeën voor vervolgonderzoek. ‘De microbellen kunnen worden gevuld met medicijnen en vervolgens naar de zieke plek worden geloodst. Je trilt ze kapot met echogolven en zo kun je gericht medicijnen toedienen.’

Plaats een reactie